Menno ter Braak
aan
J.M.B. Stolte
Rotterdam. 23 oktober 1929
Rotterdam, 23 Oct. 1919
Mijn lieve Hanneke,
Je brief kwam vanmiddag aan, juist toen ik aan de telefoon moest komen en een man van de brandassurantie op me stond te wachten! Ik heb dus een tijdje moeten wachten met open maken, maar was alleen al verkwikt door de bekende paarse enveloppe. Ik onderschrijf je plannen natuurlijk volkomen, heb er alleen de volgende keuze uit gedaan. 15.17 in Baarn lijkt me heel geschikt; de lunchroom kan er dit maal wel bij inschieten. Laten we ook maar den volgende dag om 17.55 gaan, dan haalt vader ons wel met de auto uit Neede af. Ik schreef aan beide partijen al in dien geest. In Eibergen zijn we toch een paar dagen, dus op een enkel uur komt het minder aan. Verder kreeg ik eergisteren onverwacht bezoek van Oom Jan en Tante Lize, die me niet thuis vonden; ik trof hen toen bij hun gastheer v. Raab v. Canstein. Tot haar (werkelijk groote) spijt wist tante Lize nog niet zeker, of zij ons kon hebben; zij zou het echter bijtijds schrijven. Er schijnt n.l. in het huis ‘gewerkt’ te worden, juist die week. In ieder geval hebben we geen haast en in Eibergen kunnen we altijd onze plannen nog herzien. Gisteren liet collega de Groot mij zijn huis kijken; hij gaat morgen trouwen en had alles dus zoo ongeveer ingericht. Het was een huis van f 50 per maand, met badkamer, maar verder toch niet mijn ideaal. Bovendien was de inrichting niet zooals ik me die zou denken; zeker geen v.
Ravensteyn-geest heerschte er! Ik vind het niettemin interessant om al die huizentypen eens te zien. Vanmiddag belde mijn vriend Arthur Müller Lehning me plotseling op; hij was een paar uur met zijn vrouw Charley Toorop in de stad. We hebben toen met zijn drieën een blok arbeidershuizen van de architect Oud bekeken, huizen dus van ± f 20 in de maand, werkelijk buitengewoon aardig, met leuke kleuren en veel licht, voor ons natuurlijk veel te klein, maar toch een model van goedkoope woningbouw, die aan alle eischen voldoet. Het is een heel dorp bij Rotterdam, merkwaardig en mooi als geheel ook. Maar in de enkele huizen, die al bewoond waren, prijkten al weer de afzichtelijke Trijpen meubelen c.s.!
Je ‘reflexen’ over de persoonlijkheid en haar eigen leven komen heelemaal met de mijne overeen. Werkelijk, het is goed je in te stellen op een zelfstandig geestelijk bestaan, en dan daarbij (en ook daardoor) te ontdekken, dat er een vorm van gemeenschap met anderen (noem het maar liefde) mogelijk is. Maar je zult altijd zien, dat menschen, die van die gemeenschap als axioma uitgaan, en het zoo vanzelfsprekend vinden, dat men ‘geheel voor elkaar leeft’, eigenlijk vrij onbenullig zijn en met leege handen blijven staan! Dat is het toch ook niet!
Voor je ‘dweepen’ ben ik ook niet bang. Je hebt er veel te veel gevoel voor humor voor! Het is alleen zaak ( tenminste uit mijn gezichtshoek gezien!), om van iedere geestdrift de betrekkelijke waarde in te zien, dan blijf je het meest en zuiverst geestdriftig.
O ja, het ... goed. Ik heb primo mijn pantoffels in Zeist vergeten, die ik ‘s morgens bij het scheren zwaar mis. Wil je, behalve deze, een pyama, een overhemd en wat ondergoed voor me meebrengen? En boorden vooral.
Mijn haar is al geknipt!
Dag! Tot Zaterdagmiddag dus, op het eerste perron bij de brievenbus. Heel veel zoenen van jouw
Menno
Hart. gr. aan de familie!
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum