F. Althoff
aan
Menno ter Braak

Haarlem, 22 februari 1928

22 Februari 1928

Zeer geachte heer ter Braak,

Op onze laatste bestuursvergadering bracht de heer Pfersich verslag uit van de j.l. Zaterdag in Amsterdam gehouden besprekingen. De mededeeling dat ons één gratis programma is toegezegd heeft ons natuurlijk zeer verheugd. Te zijner tijd hopen wij van dat aanbod gebruik te maken.

Besloten werd het zesde programma (Gras en Emak Bakia) op 10 Maart des Zaterdags te draaien. Te dien aanzien heb ik reeds telefonisch een onderhoud met Mevr. Pelster gehad. Misschien wilt U haar dit ‘officieele’ bericht nog even doen toekomen. Op Zaterdag 24 Maart zouden wij het zevende programma willen vertoonen (La coquille du clergyman). Die Peruecke leek ons voor Haarlem niet geschikt, zoodat besloten werd deze film niet te draaien.

De heer Ivens had zich bereid verklaard in Haarlem een lezing ter propaganda te houden. Op het oogenblik is de tijd er echter niet rijp voor. De gelegenheid zal zich echter zeker voordoen om dit plan te verwezenlijken.

Voorts kan ik U mededeelen dat ik mij in verbinding heb gesteld met den heer Daudey van Cinema Palace in Haarlem teneinde te onderzoeken of het mogelijk is in samenwerking met de Liga een openbare vertooning van Berlin te geven. (Op Zondagmorgen 25 Maart.) Iets definitiefs kan ik hieromtrent nog niet mededeelen.

Voor de goede orde geef ik U ten slotte het adres van onzen penningmeester. Dan kunnen financieele aangelegenheden met hem geregeld worden. Het luidt: Ir. B.F. van Nievelt Wilhelminastraat 60 Haarlem.

De convocaties voor de halfjaarlijksche ledenvergadering der Nederlandsche Filmliga zijn bereids verzonden.

Vriendelijk groetend,

Hoogachtend,

A.A.F. Althoff

Secretaris

afd. Haarlem.

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie