Delftsch Studentencorps Debating Club ‘Vrije Studie’
aan
Menno ter Braak (Amsterdam)

Den Haag, 4 oktober 1927

4.10.27

Zeer Geachte Heer.

Nadat reeds door verscheidene particulieren tijdens de vacantie met het hoofdbestuur der Ned.Filmliga was gecorrespondeerd over plannen om ‘Vrije Studie’ met de Liga in verbinding te stellen, is het mij als President van ‘Vrije Studie’ een groot genoegen eindelijk definitieve voorstellen te kunnen doen teneinde ook in Delft de Filmkunst een onafhankelijk bestaan te kunnen verzekeren en een kring van toegewijden aan die kunst te kunnen scheppen.

Ik ontving van den Heer H.H. Bourdrez Uw schrijven van 28.9.27 benevens de Statuten der Ned. Filmliga en haast mij U, na de gisteren daarvoor gehouden Bestuursvergadering, hierop te antwoorden.

Ronduit gezegd is het ons onmogelijk om als vereeniging toe te treden als onderafdeeling van een buiten 't Corps staande burgervereeniging. Onze organisatie, finantieel zoowel als reglementair, en de ideëele opzet om voor alles als onderdeel van 't Corps te werken voor zijn welvaart in 't enge verband van dat Corps, maakt dat ons reglement op alle punten in strijd zou zijn met Uw Statuten. Daarenboven ligt 't in onze opzet dat het ons onmogelijk is onze vereeniging zelfs in de geringste mate afhankelijk te maken van een buiten het studentenleven en Corpsverband staande burgervereeniging. Mocht U dit argument niet zóó zeer na kunnen voelen, weest U er dan toch van verzekerd dat dit resultaat is van een ernstige bespreking onderzijds.

Daartegenover staat, dat ‘Vrije Studie’ de bevordering der ontwikkeling van zijn leden als eenige doelstelling heeft en dat het Bestuur meent dit doel ook te moeten bevorderen door op zoo innig mogelijke wijze mee te werken met de Nederlandsche Filmliga tot het bereiken van haar ons zoo buitengewoon sympathieke ideaal.

Welnu, wij meenen U derhalve te moeten voorstellen die samenwerking te baseeren op het in Uw statuten in art. 2 al [e] omschrevene: ‘of in samenwerking met andere vereenigingen binnen Nederland’.

Wij stellen Uw hoofdbestuur dan ook voor met het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ opgericht in 1867 en de D.S.A. Fotografen Vereeniging een schriftelijke overeenkomst te maken waarin die samenwerking geregeld worde.

Wij stellen Uw hoofdbestuur dientengevolge de volgende afspraak voor:

De Nederlandsche Filmliga gevestigd te Amsterdam en het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ opgericht 6 Februari 1867 gaan de volgende overeenkomst aan.

Art.1. De Ned. Filmliga verleent aan het DSDG ‘Vrije Studie’ het recht filmen en muziek haar toebehoorend voor zijn leden en die van de D.S.A.F. Vereeniging op te voeren.

Art.2. Het DSDG ‘Vrije Studie’ verbindt zich per jaar, te weten telkens van 1 November tot 31 October d.a.v. tenminste zes van de door de Ned. Filmliga te zijner keuze gestelde programma's met bjjbehoorende muziek op te voeren.

Art.3. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ betaalt daarvoor dezelfde bedragen per programma als voor de Afdeelingen der Filmliga gelden.

Art.4. Het DSDG ‘Vrije Studie’ heeft de keuze uit hetzelfde aantal en dezelfde programma's als de afdeelingen der Filmliga.

Art.5. Het DSDG ‘Vrije Studie’ heeft in de volgorde van keuze en in de keuze van de data van opvoering dezelfde rechten als de Afdeelingen der Nederlandsche Filmliga.

Art.6. Het DSDG ‘Vrije Studie’ verbindt zich geen winst te maken door middel van die opvoeringen en laat te dien aanzien contrôle, mits uitgeoefend door of vanwege het hoofdbestuur der Ned. Filmliga toe.

Art.7. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor den tijd van een jaar loopende van 1 November 1927 tot 31 October 1928 met dien verstande dat zij stilzwijgend geacht wordt voor dienzelfden tijdsduur verlengd te zijn indien niet voor 15 October daaraan voorafgaande voor 't eerst dus vóór 15 October 1928 door een der partijen het tegendeel is te kennen gegeven.

Dit lijkt het Bestuur de beste weg om een goede samenwerking mogelijk te maken. Namens het Bestuur ook dring ik er bij U op aan, dat de bespreking omtrent deze overeenkomst vóór Dinsdag a.s. beeindigd zij, opdat op dien datum de ledenvergadering van ‘Vrije Studie’ zich hierover zal kunnen uitspreken. Tot Dinsdagavond ben ik, uitgezonderd Donderdag en Maandagavond persoonlijk tot Uw beschikking om over dit voorstel mondeling met U of het hoofdbestuur van gedachten te wisselen. Indien U dit mocht wenschen wilt U mij wel tijd en plaats opgeven waar en wanneer het U 't beste schikt.

Zoodoende zou Dinsdag a.s. de definitieve beslissing kunnen vallen.

Ik kan echter niet nalaten er U op te wijzen dat het bericht in 't orgaan der Filmliga ‘Vrije Studie’ betreffende, op zijn minst voorbarig is te noemen en ook onjuist is, aangezien onze geldmiddelen niet toereikend zullen zijn de zaal der Stads Doelen te benutten en 't ons als Corpsvereeniging ten eenenmale onmogelijk is voor burgers een lidmaatschap ad hoc in te stellen.

Tevens moet ik U verzoeken te willen zorgen dat het in een brief aan den Heer J. Bourdrez beloofde Cavalcanti-programma ons niet voor Vrijdag 7 October a.s. wordt toegezonden omdat een behoorlijke opvoering nog eenige voorbereiding vereischt. Echter zouden wij het op hoogen prijs stellen indien wij dit programma Vrijdag 14.10 zouden kunnen opvoeren en reeds Maandag a.s. of zoo mogelijk eerder over de muziek zouden kunnen beschikken. Indien dit niet mogelijk is wilt U ons wel de lijst der beschikbare data doen toekomen.

Mochten deze voorstellen in goede aarde vallen zoo zouden wij zoo gauw mogelijk onze keus willen doen uit de eerdaags arriveerende collectie programma's en de data afspreken omdat, gezien vacanties, feestelijkheden en overlading met lezingen, het aantal mogelijke data in Delft zeer beperkt is.

Hopende dat dit alles de goedkeuring van Uw bestuur kan wegdragen heb ik de eer te zjjn, namens het Bestuur van ‘Vrije Studie’

Uw dw.

H.A. Stheeman

President

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

Bijlage

contract met Vrije Studie Delft

1o. De Nederlandsche Filmliga verleent aan het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ het recht films en muziek haar toebehoorende voor zijn leden en die van het D.S.A.F.vereeniging op te voeren.
2o. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ verbindt zich per jaar, te weten telkens van 1 Nov. tot 31 Oct. d.o.v., tenminste zes van de door de Ned.Filmliga te zijner keuze gestelde programma's met bijbehoorende muziek op te voeren.
3o. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ betaalt daarvoor hetzelfde bedrag p. programma als voor de afdeelingen der Ned.Filmliga geldt.
4o. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ heeft in de volgorde van keuze en in de keuze van de data van opvoering dezelfde rechten als de afdeelingen der Ned-Filmliga.
5o. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ heeft de keuze uit hetzelfde aantal programma's van dezelfde samenstelling als de afdeelingen der Ned.Filmliga.
6o. Het D.S.D.G. ‘Vrije Studie’ verbindt zich geen winst te maken door middel van bovengenoemde opvoeringen en laat te dien aanzien controle, mits uitgeoefend door of vanwege het Hoofdbestuur der Ned.Filmliga toe.
7o. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor den tijd van een jaar, loopende van 1 November 1927 tot 31 October 1928, met dien verstande, dat zij stilzwijgend geacht wordt voor dienzelfden tijdsduur verlengd te zijn, indien niet voor 15 October daaraan voorafgaande voor het eerst dus vóór 15 October 1928 door één der partijen het tegendeel is te kennen gegeven.

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie