Johan Huijts
aan
Menno ter Braak

Rotterdam, [22 maart 1928]

[22] Maart 1928

Beste!

Ik heb hier een gesprek gehad met den inspecteur van politie, die het toezicht op de vermakelijkheden heeft, over den status der filmliga. Op zichzelf heeft hij geen bezwaar het besloten karakter van onze voorstellingen te erkennen (als puntje bij paaltje kwam zou de rechter er hem trouwens wel toe dwingen), maar zijn moeilijkheid is, dat organisaties als de Vereeniging voor Volkscultuur ook op beslotenheid aanspraak maken en hij meent dat daarmee de grens overschreden wordt. Om nu verwijten van klassebevoorrechting te ontgaan, had hij maar het liefst dat wij van het prerogatief van beslotenheid afstand deden - wat natuurlijk niet gaat. Hij vroeg of wij er bezwaar tegen hadden alleen gekeurde films te draaien, waarop ik geantwoord heb dat onze manier van werken op het oogenblik inderdaad daartegen groote bezwaren laat bestaan, 1e voor de kosten 2e vanwege het gebrek aan tijd, daar de films meestal op het laatste nippertje in ons land komen, terwijl we tenslotte ook niet zouden kunnen afzien van het vertoonen van eventueel voor openbare voorstellingen niet toegelaten films, indien hun artistieke waarde dat wenschelijk maakte. (Het laatste heb ik nog niet gezegd, om den man niet kopschuw te maken). Ik heb er echter aan toegevoegd, dat tegen het volgende jaar een reorganisatie voorbereid werd, die waarschijnlijk tot gevolg zou hebben dat practisch alleen gekeurde films zouden draaien, zoodat we tegen dien tijd onze verhouding tot de bioscoopwet toch opnieuw moeten overwegen. Naar aanleiding daarvan heeft hij verklaard ons voor de nog resteerende voorstellingen in dit seizoen in elk geval met rust te zullen laten, maar hij wou graag de statuten ter inzage. Mag ik daarom mijn exemplaar, of anders een afschrift, spoedig terug?

En krijg ik, zoo gauw dat mogelijk is, opgave van het volgende programma, om eventueel tijd te hebben overleg te plegen (je weet, dat de burgemeester zich hier op het standpunt stelt dat ook in besloten vereenigingen geen ‘verboden’ films vertoond mogen worden, tenzij daarvoor ontheffing is verleend).

Met beste gr.

je

Johan Huijts

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie