Comoedia
Belasco: De terugkeer van Peter Grimm
Het is beurtelings idyllisch, dramatisch en komisch, wat hier, over drie bedrijven verdeeld, wordt opgediend. Het begin is knus: een juffrouw achter de koffiepot, een dokter, die echt gezellig over spiritisme praat; het eindigt met een lijk, maar alles heel kalm. In het tweede bedrijf wordt het bedenkelijker, we zijn dan niet meer met vleselijke mensen onder elkaar. Peter Grimm, in casu Lobo, komt terug en dwaalt, ontdaan van zijn stoffelijk hulsel, in desperate diagonalen over het toneel. Toen hij op dit ondermaanse nog in tulpen handelde, versjacherde hij, met de beste bedoelingen natuurlijk, zijn aangenomen kind aan zijn neef, die nu een aartsschurk blijkt te zijn. Dit moet in het tweede bedrijf goedgemaakt worden. Gemakkelijk gaat het niet, want de oude heer heeft geen aardse hand en meer om zijn neefje even mores te leren. Het proces duurt dus erg lang en het is buitengewoon vervelend. Maar als het nog een paternostertje langer had geduurd, had het derde bedrijf tenminste ongeschreven kunnen blijven.
Het blijft mij een raadsel, waarom Comoedia dit produkt op het repertoire bracht. Het is mogelijk, dat de heer David Belasco er in Omaha veel plezier van beleefd heeft; voor Europeanen is het onverteerbaar. De perso-
nen zijn grof en met schrille contrasten getekend, zonder dat zij aannemelijk gemaakt worden door de verfijnde nuancering, waarmee de moderne psyche alleen ontward kan worden. Of karakteriseert deze voze en goedkope behandeling van een zo diepgaand probleem de Yankee-psyche?
Erkend moet worden, dat Comoedia van deze griezeligheid maakt, wat er van te maken valt. De eenheid in het samenspel was zelfs nu buitengewoon te waarderen, Lobo weet zich uitstekend te schikken in zijn lichaamloze positie en laveert met bewonderenswaardige handigheid tussen zijn meer materieel samengestelde medespelers door. Van Kaart zagen wij een complete gentleman-boef, die er gelukkig niet in slaagt de bekoorlijke en aanvankelijk wel zeer naieve Catherine (Mien van Kerckhoven) te veroveren. Willy Haak speelde het nerveuze, als medium gebruikt kind met veel talent. Ook de overige rollen werden met overtuiging vervuld.
Juist daarom blijft de keuze een betreurenswaardig feit.
20 oktober 1923
M.t.B.