Gastvoorstelling Duitse klassieken
Schiller, Kabale und Liebe

Schiller was ook eens jongeling, wat hem niet kwalijk te nemen is. Hij was erg vrijheidslievend, hetgeen ieder mens tot eer strekt. Hij leefde in de 18e eeuw, waartegen niemand iets kan zeggen. Is dit alles intussen voldoende motivering voor een speciale gastvoorstelling van zijn beminnelijk en fris, maar hopeloos verouderd jeugdwerk? Er zijn mijns bedunkens Duitse klassieken, die zich beter lenen voor een zo verheffend doel.

Wij zijn deze sfeer van barre vaders, edele zoons en eenvoudige maagdekens wel zeer ontgroeid. Maar Schiller stond er middenin en was enthousiast; bovendien zag hij zijn personen idealistisch en romantisch. Een ridderlijk edelman en kruiperige secretaris, een boze courtisane, die rechtvaardig wordt, een karikaturale hofmaarschalk, in wier woorden wij des jeugdigen Schillers liefde of haat horen, zijn voor ons geen levende wezens meer, die een ‘bürgerlisches Trauerspiel’ toch veronderstelt; alleen het vijfde bedrijf geeft gave uitingen van een kunstenaarschap, dat boven de tendens uit is. Dit bestaan aan een pruikentijdshofje kan nu slechts

[p. 94]

van boven beschouwd, niet meer meegeleefd worden.

De Duitsers speelden dit spel van intriges met veel vuur. Lothar Müthel is wel de ware Schiller vertolker, met brandend pathos en edel gebaar. Bescheiden en sober, maar niettemin zeer talentvol was de Luise van Marga Reuter. Maria Eis als courtisane wist aan deze rol niet het opmerkelijke cachet te verlenen, dat wij van haar gewoon zijn. Geheel in stijl als onverbiddelijk vader was Hans Halden; Ferdinand Asper, de secretaris, had naast zwakke, schitterende momenten. De tekortkomingen van het drama kon de toneelspeler evenwel niet doen vergeten.

 

17 mei 1924

M.t.B.