Kinderen van ons volk
Spel van het land naar Antoon Coolen
Nieuw-Schouwtooneel

Antoon Coolen, de Peelkoning, heeft voor de eerstvolgende dagen zijn standaard geplant op het Trianon-Theater; of liever, de heeren Kees Spierings en Cor Hermus hebben er met zijn medewerking een kleurige drakenvlag geheschen. Deze heeren hebben n.l. twee romans van Coolen bewerkt tot een tooneelstuk, handelend over ‘crime passionnel’ in de Peellanden. Liefde, ja hartstocht brengt ook daar misverstand en zelfs moord, want de jaloersche Godefridus van den Breemortel worgt Giel Sleegers, den man, die het zijn vrouw lastig maakt; en zonder een engel van een pastoor zou de veete tusschen de geslachten nog niet verzoend zijn. Immers de oude heer Sleegers is wraakzuchtig en zoekt genoegdoening voor den dood van zijn zoon; en het kost pastoor Vogel bovenmenschelijke inspanning hem tot het ware Christendom te bekeeren. Nadat het echter gelukt is, drinkt de pastoor er een goed glas wijn bij en het doek valt.... voor de vijfde maal reeds, want het is een stuk in vijf bedrijven, naar 't oude recept. Men krijgt waar voor zijn geld; en het publiek heeft dat gisteravond zeer gewaardeerd, want het klapte bij open doek meer dan één maal. Er was ook donder en bliksem, en op zijn tijd kwam een lach de traan afwisselen.

Het geheele drama werd door het Nieuw-Schouwtooneel in een dialect gespeeld, dat men vergeefs in het onder- en boven-Peelsche zal zoeken. Het was een Rembrandt-Plein-Peelsch, met een afscheidsgroet, die op ‘how do you do’ leek. Maar het effect werd er niet minder om. Ko van Dijk was werkelijk een droom van een pastoor, met iets zoo vergevensgezinds over zich, dat zelfs de norsche Sleegers (Frits Bouwmeester) eindelijk werd ingepalmd. Jetty van Dijk zag men als een rijkelijk dramatische Peelsche (de vrouw, om wie het conflict draait), Godefridus van den Breemortel werd vooral in de laatste bedrijven heel goed gespeeld door Ed. Palmers, terwijl zijn medeminaar Giel Sleegers zeer luidruchtig vertolkt werd door Jacques Snoek. Bijzondere hulde voor de virtuositeit van Ezerman, die een ouden Peelman èn een pracht van een onderwijzer speelde (het laatste met duidelijke instemming van het publiek). Jacqueline Royaards nam bescheiden de oude boerin voor haar rekening, die er al erg in heeft, wat er gebeuren zal en met ietwat meer invloed 't heele drama had kunnen voorkomen. Sam de Vries als Doruske Timmer was komiek, maar zeer on-Peelsch in zijn uitspraak.

Groot succes! Bloemen! En in de zaal de sfeer van voor den bioscoop: men leefde mee en een enkele tomaat als bewijs van dat meeleven zou mij niet eens hebben verbaasd.

M.t.B.