Le Veilleur de Nuit
Le Mot de Cambronne
Alliance Française - Nederland-Frankrijk
Na den avond der tragisch minnende harten met de Biarritz-problemen der hoogere liefde den avond der jonge meisjes, die de aardigheden maar half begrijpen; na Henri Bernsteins ‘Le Coeur’ Sacha Guitrys ‘Le Veilleur de Nuit’. Dit zijn de twee vleugels van het altaarstuk der Parijsche mondaine wereld, die men naast elkaar moet houden om ze volledig te apprecieeren. Er was al meermalen gelegenheid om over de qualiteiten van Guitry uit te weiden, aangezien de francophiele vereenigingen het zich tot een bijzondere eer schijnen te rekenen ons bekend te maken met het oeuvre van dezen meester, dat nu al uit honderd nummers moet bestaan. En Guitry blijft dezelfde: virtuoos beheerscher van zeker soort spelregels, die een dubbelzinnigen geest tot een klein genie verheffen; platvloerschheid, die platvloersch blijft tot het uiterste raffinement van het spel, heeft ook haar genialiteit, en deze representeert met name de heer Sacha Guitry. Met Bernstein heeft hij gemeen, dat zonder de spelregels de ‘werkelijkheid’, die deze stukken schraagt, compleet verdwijnt.
‘Le Veilleur de Nuit’ is de geschiedenis van een schilder, die als bewaker wordt aangesteld door den officieelen maar al bejaarden amant van de Haar, die in zich in deze comedie in fraaie gewaden over het tooneel beweegt. Een en ander wordt door Sacha met zijn onnavolgbaar goochelaarstalent vooral in de eerste twee bedrijven uiterst amusant gearrangeerd, tot in de derde acte de oude heer zich, wijs geworden door de studie van psychologische handboeken, de meerdere toont van den woordenrijken schilder en zijn maitresse. Een ‘komische Alte’ doet de rest.
Het luchtige gevalletje wordt uitnemend gespeeld door Blanche Montel (‘Elle’), George Mauloy (‘Monsieur’), Jean-Pierre Aumont (een hartveroverend schilder) en Charlotte Lyses als een prachtige bonne, een echte Guitry-figuur en in het genre kostelijk voorgedragen.
Als uitsmijter een van 's virtuozen eenacters: ‘Le Mot de Cambronne’. Sacha Guitry speelt hier een alleraardigst spelletje (in verzen) met het beroemde woord, dat Cambronne zich bij Waterloo heeft laten ontglippen en dat niet luidt: ‘La garde meurt, mais ne se rend pas’. Er wordt om het woord heengedraaid, tot de ‘stomme’ van het stukje, de dienstbode, het zich wederom laat ontglippen. George Mauloy als Cambronne, Charlotte Lyses als zijn vrouw, Suzanne Coulomb als La Préfète en Blanche Montel als la Servante zorgen voor een snelle en amusante interpretatie.
Natuurlijk veel publiek en hartelijk applaus.
M.t.B.