Dirk van der Poel, Leekenspel. (Brusse N.V., Rotterdam, 1933)
Een zeer overzichtelijk boekje over een verschijnsel, dat ongetwijfeld in sterke mate de aandacht trekt: het tooneel van dilettanten als een element van nieuwen bloedtoevoer voor den kunstvorm, aan welks bestaanszekerheid door den bioscoop zooveel afbreuk is gedaan. De heer Van der Poel behandelt op duidelijke wijze de verschillende kanten van het leekenspel en zegt in zijn slotwoord:
[‘]Zonder de vernieuwing, zonder de toekomst van het tooneel te zijn, heeft het leekenspel zijn plaats in onzen tijd ingenomen en kan het een belangrijke beteekenis hebben... Binnen het raam van de gegeven klassen, groepen en organisaties kan het leekenspel toch een nieuwe stap zijn in de richting van gemeenschapsgedachte en gemeenschapskunst.’
Wij hopen voor den schrijver, dat hij de leekenspelen niet overschat.
Goede illustraties documenteeren den tekst.