Elseviers Maandschrift
Johan Schwencke heeft een opstel bijgedragen over ‘Gelegenheidsgrafiek’, waaronder hij verstaat ‘alle typografisch op bijzondere, aesthetische wijze verzorgde, alsmede alle geïllustreerde kennisgevingen, familieberichten e.d., welke voor bepaalde gelegenheden en gebeurtenissen in het leven van een persoon of gezin zijn ontworpen. Zulk een stuk heeft dus, wat den inhoud betreft, slechts tijdelijke waarde; wat den vorm, de wijze van behandeling aangaat, kan het eeuwige waarde hebben.’ Aan de hand van deze definitie behandelt Schwencke dan vele specimina uit verleden en heden; fraaie illustraties leveren de documentatie. Een ‘Nieuwjaarswensch’ (houtsnede) van Hans Pape ui 1929 bevat de volgende punten:
‘Etwas mehr Vertrauen - etwas weniger Hass, Neid und Abgunst - etwas mehr Erfolg - etwas weniger Parteien - etwas mehr Fortuna - etwas weniger Arbeitslose - etwas mehr leben und leben lassen - etwas weniger Bürokratius - etwas mehr Schuster bleib bei Deinem Leisten - etwas mehr Freude - etwas mehr Zufriedenheit.’ Het was in 1929, dat deze gelegenheidsgrafiek vervaardigd werd.
Over den schilder Théodore Chassériau schrijft H. van Loon. “Gelijk hij doorging op Poussin, bereidde hij Corot en zelfs Picasso voor. Maar Ingres en Delacroix staan hier voor de stroomingen, die het sterkst op hem werkten en die hij doorwaden en vermeesteren moest alvorens zich te hervinden.’ Elisabeth Korevaar-Hesseling geeft het vervolg van haar studie over de Byzantijnsche Madonna’s.
Verzen van niet al te beste qualiteit brengt het nummer van Theun de Vries, A. Hendriks-Kappelhoff, Camp de Basschaerde en Bert Bakker. Siegfried van Praag geeft proza (‘Droeve Jeugd’), evenals mevr. Székely-Lulofs (‘Woorden en… Woorden’).
Verder de gewone besprekingen.
M.t.B.