Tijdschriften

Onze Taaltuin

Jac. van Ginneken opent de Februari-aflevering met een artikel over ‘Waalsche en Picardische klank-parallellen’, waaruit de groote kennis van dezen geleerde blijkt; hij verricht voortreffelijk wetenschappelijk werk, als hij maar niet over aesthetica en metaphysica gaat ‘wieledenken’. Deze studie gaat uit van de ‘taalbonds-idee’, een nieuwe richting in de taalwetenschap, ‘die naast de studie der in ouderwetschen zin verwante taalfamilies vooral de bestudeering der “onverwante” taalbonden op haar programma heeft geplaatst.’

Verder bevat het nummer opstellen van prof. Overdiep over ‘Dialectstudie en Syntaxis’ en van Martin J. Premsela over het Fransche ‘rime riche’ in de Nederlandsche Poëtica (het gaat hoofdzakelijk over de poëzie van Herman van den Bergh), terwijl van Ginneken boeken over sprookjes en sagen bespreekt. Boekbesprekingen besluiten de aflevering.

M.t.B.

Elzevier

Het tijdschrift Elsevier valt gewoonlijk in twee deelen uiteen (ik bedoel dit zuiver figuurlijk): een deel over beeldende en één over en van litteraire kunst. Het eerste is bijna altijd de moeite waard (men kan zelfs zeggen, dat het tijdschrift in dezen ‘aan een behoefte voldoet’), het tweede bijna altijd slecht of middelmatig. Zoo ook nu. In deel I vinden wij interessante en uitmuntend geïllustreerde opstellen over den tentoonstellingsarchitect van Batavia door Van den Eeckhout, over het leven van Felix Mendelssohn Bartholdy door H.F. Kernkamp en de voortzetting van mevr. Korevaar-Hesselings studie over de Byzantijnsche madonna’s. Deel II behelst abominabele poëzie van verschillende personen, waaronder Maud van Loon nog het minst abominabel is, en proza van Siegfried van Praag en Jacob Hiegentlich (‘Een vrouw verlangt naar vreugde’), waarin o.a. over Nietzsche wordt gehandeld op een wijze, die op zichzelf al voldoende is om het peil van de bijdrage afdoende te karakteriseeren.

Zou men niet eens wat meer evenwicht in de begrooting kunnen brengen? Het papier van Elsevier is er toch, en men kan het evengoed met goede als met slechte litteratuur bedrukken. Wij blijven belangstellend.

M.t.B.