Antwoord op ingezonden stuk ‘De objectieve critiek’

De geachte inzender gaat in bovenstaande beschouwing eigenlijk op een ander thema over dan dat van objectieve en subjectieve critiek, n.l. op dat van de doelmatigheid der voorlichting. Ik zal de laatste zijn om te ontkennen, dat men voor een bepaald publiek, dat voorgelicht moet worden, anders moet schrijven dan voor een academisch gehoor. Maar dit is een quaestie van practisch aanvoelen en het heeft niets te maken met de theoretische onderscheiding objectief-subjectief. Dr Ritter maakt zich schuldig aan een ontoelaatbare verwisseling van factoren; waar hij ‘objectiviteit’ zegt, bedoelt hij het ‘dragelijke’, en door den klank van het woord ‘objectiviteit’ tracht hij dat ‘dragelijke’ tot het non plus ultra te promoveeren. In de dagbladpers althans. De inzender is het met mij eens, dat de tegenstelling door dr Ritter gemaakt tusschen dagblad en tijdschrift niet deugt. Dat hij dan ook oppasse om objectieve critiek niet met doelmatige voorlichting te verwarren! Het komt mij voor dat hij daartoe eenigszins geneigd is.

M.t.B.