Journalist en teekenaar over Amsterdam
Johan Luger en Jo Spier, De Amsterdammer, Zwart op Wit. (Andries Blitz, Amsterdam).
De samenwerking tusschen den journalist Luger en den teekenaar Spier dateert niet van heden of gisteren; zij berust op een veeljarige ervaring en ook op een ongeveer gelijkgerichte opvatting van humor. Evenmin is het de eerste maal, dat zij op het goede Amsterdam worden losgelaten met pen en teekenstift, want de dingen van deze merkwaardige stad hebben steeds hun bijzondere belangstelling gehad.
In het boekje bovenvermeld houdt het duo zich echter speciaal bezig met den inboorling zelf, den Amsterdammer. Bij Luger moet men geen diepgaande analyse zoeken van dit verschijnsel mensch; trouwens, over ‘den’ Amsterdammer kan men evenmin in generaliseerende bewoordingen een studie schrijven als over welken stedeling ook. Het journalistieke proza van Luger heeft echter ook niet de pretentie iets anders te willen dan anecdotisch amuseeren, door het op vaak zeer oolijke en quasi-zakelijke naar voren brengen van kenmerkende eigenschappen der bevolking. Hij is een goed kenner van deze eigenschappen en daarbij een man, die aan letterlijk alles een onvergelijkelijken journalistieken draai weet te geven, zoodat geen sterveling zich ooit zal behoeven af te vragen, wat Luger eigenlijk wil met zijn onuitputtelijken humor. Luger heeft het ‘ponteneur’ van den krantenconférencier, die zijn publiek op iederen regel wil boeien, op straffe van schuldgevoel jegens zichzelf te voelen opkomen; zoo althans onderga ik zijn onuitputtelijkheid, die niet gemakkelijk een aequivalent in de Nederlandsche journalistiek zal vinden.
Jo Spier is als humorist even onuitputtelijk, maar omdat hij zich in de regionen der beeldende kunst beweegt, is hij ook nog iets erbij: n.l. een bijzonoder knap, verfijnd teekenaar, die den humor niet alleen put uit de obligate onderschriften (al blijkt daaruit zijn litteraire vindingrijkheid), maar zich ook humoristisch uitdrukt door de teekening zelf.
M.t.B.