Van Duinkerken herdenkt hem in hexameters
In De Gemeenschap van deze maand herdenkt Anton van Duinkerken in proza Willem de Mérode (als ‘een protestantsch zanger van de algemeen-kerkelijke katholiciteit’, d.w.z. op de keper beschouwd toch ook weer katholiek) en in poëzie Joseph Roth, bij een uitstekend portret van dezen auteur door Mies Blomsma. (Roth schreef er onder: ‘Das bin ich wirklich: böse, besoffen, aber gescheit’). Voor dit gedicht op Roth gebruikt Van Duinkerken den hexameter:
Stralend van trots zullen later mijn kind'ren hun kind'ren verhalen:
Vader heeft Joseph Roth nog gekend, en zij twee waren vrienden,
Kwamen bijeen en vervloekten in hun verschillende talen
De slechtheid van hun ontluisterden tijd, wiens geest zij niet dienden.
Vraagt er dan een: ‘Joseph Roth nog gekend? dien aangrijpenden schrijver?
Zegt ons, hoe was hij? hoe deed hij? Gehoorzaamde hij de legende,
Die hem ons teekent als dronkaard, verteerd door een vurigen ijver
Voor 't ware geloof?’ zoo zij 't antwoord uit naam van den man, die hem kende:
Ja, Joseph Roth was een lijder aan drankzucht, een stakker
In 't oog der fatsoenlijken, weinig geschikt voor den omgang met lieden,
Die zich en hun soort adoreeren. Bezopen en boos, maar klaar-wakker
Kwam hij alléén in de kerk en de herberg. Hij haatte het loven en bieden,
Het koopen en hebben, het gierig begeere' en bezitten der meesten,
Hun velle verzachten van meening of woord, hun verdwazen
In deugdlooze netheid. Veel liever werd hij een beest met de beesten
Dan op den goedkeurenden glimlach van wie hem betaalden te azen
Ja, Joseph Roth was een dronkcard en - geve da hemel,
Dat hem zijn roem niet ontaardt tot een wereld-ontvloden verdroomer
Der uren terzijde van 't onrustverwekkend gewemel! -
Hij dronk in alle getijden uit dorst naar een eeuwigen zomer.
Verder bevat de aflevering o.a. een polemiek van wijlen Roth tegen Thomas Mann, die Hitler als zijn ‘broeder’ heeft behandeld in een psychologisch portret. André Demedts droeg een novelle (‘De Voorouders’) bij.
M.t.B.