Menno ter Braak
aan
Cor Bruijn

Den Haag, 14 januari 1938

14 Jan. '38

Zeer geachte Heer Bruyn

Wilt U mij, alvorens ik antwoord, over bijgaand briefje van den zakenman v.d. Hoeven even advies geven? Uw naam wordt er n.l. in genoemd, en naar ik vermoed met de bedoeling om mij geld af te persen, het zou werkelijk fraai zijn, als ik voor een overdrukje, waarvoor ik geen cent heb ontvangen (zoo als U weet, was dat de conditie; ik heb evenmin honorarium ontvangen voor de uitgave der brieven in Gr. Ned., behalve dan voor mijn inleiding), f 25 moet betalen aan den heer Van der Hoeven. Het betreft hier in het geheel geen nieuwe uitgave, wel te verstaan, maar simpelweg een overdruk!

Echter is het voor mij van belang te weten, of U v.d.H. werkelijk eenige bindende toezegging over ‘handelswaarde’ hebt gedaan. Mij heeft hij daarvan nooit iets verteld, zelfs niet, toen ik hem onlangs zei, dat er van de publicatie een overdruk was verschenen. Hij heeft toen evenmin f 25 gevraagd, trouwens.

Dat ik er niet aan denk, op zulke vriendelijke chantage in te gaan, spreekt vanzelf, maar ik wil toch graag even Uw opinie over den man en zijn gebaar afwachten, aangezien U hem beter kent.

m.v. gr. Uw Menno ter Braak

N.B. Hebt U het nieuwe adres van Kurt??

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie