Briefwisseling Menno ter Braak - Julien Carron
Julien Carron
aan
Menno ter Braak
[1924]
Geachte Heer Scissor, (Mai-tre-Coupeur?! Meester-Snijder?!),
U komt mij zooeven - door 't onschuldig toedoen van mijn Post-bode - mijn ‘déjeuner’ te indigestionneeren (in de nabije toekomst!) - Dat is erg van U - want, wat U misschien niet wist, ik doe net een kleine regiem-gezondheidskuur in een lief lust- en rust-oord te Gent (Oost.-Vl.-B.-Gr.-N.-dat lust U zòò, niet?!?) Zie U hebt mij hertelijk doen lachen! - - niet een groene lach, niet een schaterlach, niet een spot-lach, niet een grijnslach, maar een deugd-doende, stille, maar niet minder gulle lach - (maar lachen onder 't eten is toch altijd slecht - cfr. ‘Spijsvertering’ voor en tegen) - -
U geeft me daar een heel vleiend titel-woordje ‘Een reizend Troubadour’. En onmiddellijk daarop ‘Wie zijt gij, Julien Carron?’ Dat heet ik recht op zijn man afgaan! Dat 's in de zin van 't Evangelie ‘Uw woord zij Ja, Neen - wat meer is, is uit den hooge’ - Maar... daar komt juist nog heel wat meer (anderhalve kolom) achter! - is 't dus uit den hooge? - gij zoudt mij wel netjes uitlachen, néwaar, moest ik zooiets ook maar even gaan denken en met groot gelijk! - Maar, die vraag daar nu gesteld zijnde - quae cum ita sint, (zou Cicero gezegd hebben) - dat zal wellicht in Holland wel ongeveer zijn als bij ons en in de meeste andere landen van de beschaafde wereld, de gevraagde heeft het recht, ja, eenigszins de plicht den Vrager op zijn vraag te antwoorden.
Welnu dan, wie ik ben? - - Wel, Julien Carron! - Julianus, Julian, Juliaan, Julien enz. Carron (Etymol. - Charron: Wagenmaker enz.) - - Van Ingelmunster (gemeente van 7-8000 zielen (en evenveel lijven - onder de zielen reken ik dan nog de rondwarende spoken niet mée!! - ) Pr. West Vlaanderen - aan de Noordzee (Blauwvoet) Geboorte-gouwe van Gezelle (zijn vader was een planten- en boomkweker - dat was de mijne ook - P.S. daarmee wil ik niets beduiden!) Rodenbach - Hugo Verriest - René De Clercq - Stijn Streuvels leeft hier nog op zijn lustig ‘Lijsternest’ op 3 uurtjes van 't mijnent - -)
'k Heb gestudeerd in 't Klein Seminarie van Roeselaere - 'k Ben naar Leuven de Germaansche Philologie gaan studeeren - 'k Ben verleden jaar in 't leger mijn ‘militaire-troep, soldaten-dienst, gaan doen als candidaat-Reserve-officier (24ste linie-/ piotten -regiment) in de Bezetting der Rhur! - - -
Nu, doe ik wat van alles, hoofdzakelijk de wereld rond reizen - en als ik niet goed meer weet hoe anders den tijd gedood, begin ik voor de vuist te rijmelen 't zij in 't Vlaamsch, 't zij in 't Franch, 't zij in 't Engelsch, of... in 't Duitsch! - ‘Portret met handteekening s.v.p.?’ - Neen, beste, dat gaat niet - 'k Vrees dat U het ook naast [mijne] (door U aldus genoemde:) ‘veile vrouwen’ aan een Amsterdamsche telegraaf-paal mocht ophangen - - en daar heb ik in België ook al gelegenheid toe! - Hebt U ‘mijn eerste woord gehoord?’ - Goed, - dit hier moet mijn laatste zijn - ernst of lol - 't Blad is vol!!!
J. Carron
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum