G.B.M. van Etten-Sjoukes
aan
Menno ter Braak
Balikpapan, 8 november 1928
Balik Papan 8 November '28
Beste Menno,
Je brief van 7 Augustus is al eenige maanden in mijn bezit en nu pas kom ik ertoe om te antwoorden.
Allereerst mijn dank voor de toezending van ‘Otto III’; ik heb het met veel belangstelling gelezen; (zooals je weet hóud ik van geschiedenis); ook de stellingen heb ik bestudeerd, vooral toen je in je brief verhaalde van de verschillende aanvallen, die erop gericht werden. Toen ik zoo alles van je promotie hoorde, speet het mij opnieuw, dat ik er niet bij geweest was. Ik bied je bij deze mijn gelukwenschen ermee aan. Speciaal natuurlijk met 't ‘cum’metje. Deze felicitatie, die je ruim een half jaar te laat ontvangt, nu je 't geweldige evenement alweer vergeten gaat, komt wel als uitgebreide mosterd na de maaltijd (‘Mozes na de maaltijd’ noemde een engelsche vriendin van Moeder 't altijd), maar is toch goed bedoeld. Aanvaard het dus als zoodanig. Je brief met al 't nieuws over jezelf en Dick, was mij natuurlijk zeer welkom. Ik kan maar niet wennen aan 't idee, dat Dick en jij nu zeer maatschappelijk leeraaren! En Dick notabene getrouwd!! ‘Huisraad koopend’ is al heelemaal geen toestand voor hem, maar getrouwd en eventueel vader vind ik heelemaal 'n grappige situatie, waarin ik hem graag eens zou willen gadeslaan. Ik ken zijn vrouw niet, heb zelfs nooit van haar gehoord. Is het een goede combinatie, volgens jou? Dat moet je mij toch eens schrijven, alsook haar leeftijd, uiterlijk, karakter, beroep enz., allemaal dingen, die ik met echt vrouwelijke nieuwsgierigheid, die trouwens voortkomt uit belangstelling voor Dick; want zooals je weet, voel ik veel vriendschap voor hem. Hoe is nu zijn verhouding tegenover Fride? Weet zij, dat hij getrouwd is?
De mogelijkheid, dat je aan 't slot van je brief oppert (nl. dat wij 5 jaar lang brieven schrijven en bij ontmoeting volkomen vreemd tegenover elkaar staan), is echt zoo'n idee om bij jou op te komen! Ik verdiep mij maar niet in dergelijke overdenkingen, want als je zooiets ‘tot in de laatste consequenties overpeinst’ (om jouw woorden te gebruiken), zou je er toe komen om met niemand meer te correspondeeren in Holland en alleen bij tijd en wijle een telegram aan je familie te zenden, dat slechts behelzen zou ‘Alles goed, hoop van jullie dito’ of zooiets. En dat is toch ook onzin.
Wij maken het verder uitstekend. Manlief troont nog steeds op zijn ideale hoogte. Af en toe kibbel ik met hem, alleen om te zien, hoe hij erop reageert (ook zeker weer echt iets voor mij, hè? Trouwens iets specifieks vrouwelijks!), maar dan weet hij zoo precies hoe hij me aan moet pakken, dat ik eindig met hem zoo mogelijk nog liever te vinden, dan tevoren.
Kinderen hebben wij nog niet! Ik zou 't erg leuk vinden, hoor, als wij er een in 't vooruitzicht hadden (ik heb nl. speciaal vues op een op Eddy lijkende zoon!), maar ik heb toch ook weer zoo heelemaal genoeg aan mijn man, dat ik er niet ongeduldig onder word, zooals zoo dikwels het geval is bij jonggehouwde vrouwen, ik voel het altijd als een soort onbevredigd zijn, als ze na een half jaar huwelijks zoo zuchten om kinderen. Hoewel ik 't op den duur wel naar zou vinden: een kinderloos huwelijk vind ik iets vreeselijks en ik hoop van harte, dat dit mij niet zal beschoren zijn.
V.d. Kuip (jou wel bekend), die in Juli zijn vrouw uit Holland heeft laten overkomen, krijgt in Maart zijn baby. 't Is toch wel een aardig stel zoo! En hier, waar het intellect niet bepaald op 'n hoog peil staat en de conversaties veel te wenschen overlaten, waardeer ik hen dubbel, omdat ik met hen allerlei bepraten kan, waar de meeste overige lui nog niet eens de naam van gehoord hebben. Je moet denken, dat de eenige afwisseling hier de bioscoop is, die uitmunt in Amerikaansche films: speciaal Laura la Plante, Dolores Costello enz. Laatst was er ‘Circus’ een welkome afleiding (hoewel ik ‘Goldrush’ beter vond, heb ik er toch van genoten), ook was er 2 maanden geleden ‘Variété’ en nu komt binnenkort ‘Metropolis’, dat ik al eerder gezien heb, nl. in Marseille, de dag voordat ik aan boord ging.
Gelukkig heb ik een bende boeken; krijg geregeld verlof om nieuwe te koopen en heb eenige abonnementen op goede tijdschriften, daarbij een wekelijksche leestrommel, waar ook een paar goede bij zijn. Ik heb pas ‘Eva’ van Carry van Bruggen van Eddy gekregen. 't Heeft mij erg geboeid, hoewel ik mij nooit verwant voel aan Carry of als je liever wilt: de personen die ze beschrijft.
En nu ben ik weer aan 't slot. Ik hoop weer eens wat van je te hooren. In de volgende brief stuur ik beslist foto's. Ik heb alweer geen afdrukken! Groet Dick van mij.
En ontvang vele groeten,
ook van Eddy
Ine
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum