T. van Hengel-van Enst
aan
Menno ter Braak
Velp, 21 oktober 1935
Velp 21 Oct. '35
Zeer geachte Heer ter Braak,
Zat. en Zondag was ik niet thuis en kon u dus niet opbellen. En ik ben 't ook met u eens achteraf dat er wel niets meer aan te doen zou zijn geweest, dat deze Heer v.d. Meer z'n lezing over dèr Mouw's verzen zou houden. 't Is zoo ergerlijk te bedenken, dat Jan en alleman zich kan aanmatigen 'n avond over dèr Mouw te praten, of misschien te kolderen.
U zegt: er is niemand meer om zich actief tegen dit misbruik van bedoelingen te verzetten, maar zou vroeger m'n zuster òf nu Hetty, was zij hier geweest, dat dan wèl hebben kunnen doen met eenig rècht? Dàn had misschien Vic. v. Vriesland tòch iets kunnen doen? Mijn zuster gaf, weet ik zeker, alles in zijn handen. Misschien zou u dan eens met hem kunnen overleggen, of er in 't vervolg iets te doen zou zijn aan zulk grasduinen van menschen uit 'n modegril. Ik ben het heelemaal met u eens dat er 'n element in Brahman is, dat ‘half zachte’ menschen als theosophisch uit kunnen leggen. Ik ben zoo bang, dat de Heer v.d. Meer dàt juist aanleiding gegeven heeft z'n lezing te houden.
Misschien is 't 't beste, als u dat eens zou willen doen, dat u naar aanleiding van 'n te houden lezing of b.v. van deze al gehouden lezing eens wijst op 't dwaze van zoo een plotselinge adoratie en 't onbescheidene van zich op deze manier meester te maken, ten behoeve van de psychosynthese van 'n dichter die van hùn metaphysica mijlenver afstond. Ik weet heel zeker dat ook Hetty u heel dankbaar zou zijn, wanneer u iets in den geest van dèr Mouw tegen dit gedoe zou willen schrijven. - Mocht u een of andere dag van den brief van mijn zwager gebruik willen maken, dan wil ik hem u natuurlijk gaarne toezenden.-
Hetty adres is: [onleesbaar]
M'n beste dank voor uw schrijven. Met vriendelijke groeten en de meeste hoogachting
T. van Hengel v. Enst.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum