Menno ter Braak
aan
Roel Houwink (Zeist)
Eibergen, 27 juli 1925
Eibergen 27. VII. 25
Amice,
Je briefkaart en zending kwam heden aan; zeer geapprecieerd! Heb echter een betrekkelijk geduld met me. Ik zit voor mijn tentamen philosophie en werk tegelijkertijd aan Adwaita, dewelke ook geen gemakkelijk heer is; in September hoop ik je echter de studie over hem te kunnen zenden. (Las met verwondering in ‘Den Gulden Winckel’, dat v. Klinkenberg hem een ‘Boeddhistisch dichter’ gelieft te noemen, wat m.i. in zijn overigens aardige opmerkingen een aperte fout is).
Over v. Loon zal ik, indien eenigszins mogelijk, voor 15 Aug. schrijven, zoodat je dit, indien noodig, voor het Sept. nummer gebruiken kunt. Met Jaarsma maak ik dan geen haast, ik zal hem ongeveer als Herman de Man ‘nemen’. Is dit zoo goed?
Wees hart. gegr.
Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum