Briefwisseling Menno ter Braak - De Nieuwe Pers

Menno ter Braak
aan
De Nieuwe Pers

24 september 1933

24 Sept. 1933

Hoofdredeactie DE NIEUWE PERS

Weissenbruchstr. 239, DEN HAAG

Zeer geachte Heer Bürger,

Naar aanleiding van ons onderhoud van Donderdag j.l. deel ik U mede, dat ik in beginsel gaarne bereid ben mijn medewerking aan Uw blad te verleenen. Het lijkt mij echter voor beide partijen het aangenaamst, als zij precies weten, waaraan zij zich te houden hebben; daarom veroorloof ik mij, nog even schriftelijk te recapituleeren, wat ik mij, na de inlichtingen Uwerzijds, van onze samenwerking voorstel, en U voorts nog om enkele informaties te verzoeken.

Ik schrijf dus wekelijks een artikel over een onderwerp de film betreffende van circa 1½ kolom, dat gehonoreerd wordt met een bedrag van f.20. Ik zal zooveel doenlijk zorgen, dat dit artikel Dinsdag voor het verschijnen van het nummer in Uw bezit is (alleen in gevallen, waar het bijzondere actualiteit betreft, zou ik daarop een uitzondering willen maken), en U verplicht zich dan, geen wijzigingen of bekortingen in mijn artikelen aan te brengen, tenzij na voorafgaand overleg. Dat ik tot zulk een overleg natuurlijk steeds gaarne bereid ben, spreekt vanzelf; ik leg dit punt alleen vast, omdat ik onmogelijk naar mijn beste kunnen zou kunnen schrijven, als ik voortdurend met de bijgedachte zou rondloopen, dat dit of dat detail zou kunnen vervallen, zonder dat ik er in gekend was.

Voorts zou ik, als U zich daarmee kunt vereenigen, willen schrijven onder het pseudoniem PALMSTRöM. U zoudt mij een genoegen doen met de volstrekte geheimhouding van dit pseudoniem, omdat ik uit eenige ervaring weet, dat de bioscoopdirecties hier te lande ongaarne critiek verdragen en, ook bij een verre van ‘vernietigende’ beoordeling hunner films, geneigd zijn tot represailles als toegang weigeren etc. Hoewel ik allerminst van plan ben conflicten uit te lokken, lijkt mij een werkelijk geheim pseudoniem alle voordeelen en geen nadeelen te hebben; bij een eenigzins persoonlijke schrijfwijze wekt het de nieuwsgierigheid bovendien op.

Als ik goed begrepen heb, zijn wij overeengekomen, dat ik zelf entrees voor de bioscopen betaal; dit lijkt mij ook zeer billijk. Ik zou echter nog gaarne van U vernemen, of ik, als er b.v. een belangrijke première in Amsterdam is of elders, de reiskosten kan declareeren, en voorts, of ik U daarvoor eerst moet opbellen.

Wilt U mij dan nog berichten, hoe U zich voorstelt af te rekenen? (wekelijks of maandelijks). Ik prefereer betaling per giro (131747).

In afwachting van Uw antwoord, met de meeste hoogachting,

Doorslag: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie