Elisabeth de Roos
aan
Menno ter Braak
Voorburg, 12 april 1931
12-IV-'31
Lieve Menno,
Op je brief waarin je me vroeg of je me helpen kon, had ik willen antwoorden of je me een beetje veel gezelschap wou houden, de eerste tijd. Ondertusschen heb jij ook al weer een massa ellende doorgemaakt. Daarom schrijf ik je nu met een aarzeling. Ik hoorde, dat je weer in Rotterdam was, maar als je er incognito bent, beschouw je dit briefje voorloopig maar als ongeschreven.
Liefs
je Bep
Origineel: particuliere collectie