Menno ter Braak
aan
Elisabeth de Roos
Rotterdam, 5 februari 1933
R'dam, 5 Febr. '33
Lieve Bep
Hartelijk dank voor je brief met de toelichting van de ‘pernicieuze invloed’! Ik begrijp (had eenigszins een kwaad geweten, ofschoon onduidelijk) volkomen, wat je bedoelt en neem onmiddellijk aan, dat je gelijk hebt. Ik kan het uitbreiden: het heele thema ‘oppervlakkigheid tegen diepte’ zou zonder Eddy nooit in mijn hoofd opgedoken zijn. Daarom sta ik er misschien nog te ‘dankbaar’ tegenover, en hier en daar oncritisch. Je zou me bij gelegenheid eens moeten aangeven, waar het heiligen kransje onaangenaam aandoet. Mijn geweten heeft me wel belet, om b.v. in plaats van Nietzsche Diderot uit te zoeken, maar het is verleidelijk om zoo nu en dan van het ‘philosophische’ af te wijken. Ook heb ik geprobeerd, zoo ‘eerlijk’ mogelijk mijn afhankelijkheid van de fransche oppervlakkigheid op te biechten; maar niettemin, in de voorbeelden moet niet merkbaar zijn, dat die oppervlakte mij geïmponeerd heeft of nog imponeert. Ik houd me dus aanbevolen voor een ‘ontluizing’ (na voltooiing van het geheel). Jullie schijnen voor mij een vaste ontluizingsdienst op touw te moeten zetten! Het boek over Harris hoop ik ergens op te snorren. - Mijn identificatie met Douglas zou inderdaad te gek zijn. De confessie van die man vind ik vrij erbarmelijk.
Ik heb weer een tiental pagina's geschreven van het nieuwe hoofdstuk ‘Een zonde tegen den Heiligen Geest’, het voorlaatste en langst, denk ik. Allerlei insinuaties uit de eerste drie hoofdst. worden hierin uitgewerkt. En onderwijl gisteren een geweldig amusante film van Lubitsch gezien, Trouble in Paradise. Verguis die vooral niet. Amusant van a tot z. - Eergisteren in den trein naar Vestdijk las ik Lady Windermere's Fan nog eens, dat ik jaren geleden had gelezen. Het deed me intens verouderd aan, juist als Ibsen, maar dan in een andere kategorie. Maar de conversatie is nog altijd spiritueel genoeg. - Vestdijk las me een paar passages uit zijn roman voor. Ik heb hem gewaarschuwd tegen te veel ‘kleinmalerei’; want hier en daar herinnerde mij zijn stijl aan Eva van C.v.B., en dan niet op haar best. De wijdloopigheid is misschien van Proust, die hij pas las? Ik ken die auteur n.l. nog altijd niet. Zelfs (het is gek en dit onder ons) leek Vestdijk mij eenige symptomen van commercialiteit te vertoonen; van ‘hoeveel brengt me dat op’ etc. Maar dit kan bijzaak zijn; een idealist is ook geen leven waard. Verder was hij alleraardigst, en open voor iedere critiek.
Inmiddels heeft zich in De Stem een modderstroom ontlast over de hoofden van Eddy, Vic en mij. Een anonymus, ‘Spectator’, vult daar ettelijke bladzijden met zulk slijk, dat het ‘zum kotzen’ is. De smerigste insinuaties in de hopeloosten stijl neergekalkt. Vic en ik weten nog niet, of Coster, Donker of een derde zich achter dien naam verschuilt; ik vermoed een derde, want het is te proletig, zelfs voor C. en A. - Een paar citaten: Een Voorbereiding is een ‘schandeboekje, zoo walgelijk keutelig als er misschien nog nooit één in druk is gegeven’. Hampton Court een ‘pervers wanproduct’. Eddy is mijn van Haaften, zegt de Spectator, terwijl hij ‘mijn aap had moeten zijn’. Ik ben een ‘perverse psychopaath’ en ‘infantiel’, Eddy is een ‘Indiaansche [onleesbaar], een druk, lawaaiig en geestelijk ietwat sadistisch aangelegd mannetje’, ‘een smoezelige querulant’ met ‘een beetje dierlijke doodsangst, dezelfde van jan-en-alleman’. Ik word ‘aan de slip van den Heer du Perron door het leven gesleurd’ etc. etc. Ook het twistgesprek gaat over de tong; het einde was volgens spect. aldus: ‘De Heer ter Braak dronk één kwastje, Victor, die eigenlijk een veel verstandiger type is, vele biertjes’. (En dat terwijl ik thee en Vic whiskey heeft gedronken!) Enfin, het is prachtig. Ik geniet nog sterk na. O ja, Eddy wordt ook nog met de [Lairesse] en diens ‘afzichtelijke vampiertronie’ vergeleken!
Nu, voorloopig genoeg! Hart. gr. voor jullie beiden en ook van Tr., die hier bij zit en van De Stem geniet.
je Menno
Manuscript-papier is terug! Zat tusschen de rest!
Origineel: particuliere collectie