Rotterdamsche Kring
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Rotterdam, 13 september 1927

13 Sept 1927

Zeer geachte Heer,

Prettig te vernemen, dat u in de derde week van October voor den Rotterdamschen Kring wilt spreken over ‘verleden en toekomst van het jonge Nederlandsche proza’. Wij hebben nader als datum gekozen: Donderdag 20 October ('s avonds 8 uur).

Wij hebben graag een pauze van ongeveer een kwartier, waarin thee geschonken wordt. Een geschikte indeeling is, wanneer er zoo ongeveer gesproken wordt van 8 - 8.45 en van 9 - 9.30; maar u bent natuurlijk daarin zeer vrij.

Het te verwachten publiek schat ik op ± 25 menschen; maar het kunnen er ook 10 of 60 zijn.

Het maandbericht, waarin uw lezing wordt aangekondigd, krijgt u toegestuurd.

Overigens gaarne tot alle inlichtingen bereid,

Hoogachtend,

Uw dw. J.E. van der Pot secr.

P.S. Debat kennen wij niet; maar u hebt er w.s. niets op tegen, wanneer iemand eens een vraag wil stellen?

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie