Briefwisseling Menno ter Braak - Slauerhoff-Commissie

Menno ter Braak
aan
de leden der Slauerhoff-Commissie

Den Haag, 12 maart 1938

Den Haag, 12 Maart 38 (in 3 ex.)

Ter kennisneming voor de Slauerhoff-Commissie

Na het onderhoud van Greshoff met Stols heb ik gisteren, 11 Maart, een uitvoerig gesprek gehad met Zijlstra van Nijgh & Van Ditmar. Deze heeft mij overgelegd de tusschen hem en Stols gevoerde correspondentie over ev. overname van de 6 bij Stols verschenen dichtbundels. Stols heeft daarvoor een m.i. exorbitant hooge prijs gevraagd, die volgens Z. Geen basis bood voor onderhandelingen. Voorts deelde Z. mij mee, dat hij zich destijds met den broer van Slauerhoff in verbinding heeft gesteld, die hem gezegd had, dat het in de bedoeling van Slauerhoff had gelegen om verder alles bij Nijgh & Van Ditmar uit te geven; waaruit Z. ook tot een zeker moreel recht op het nagelaten werk concludeerde; in hoeverre terecht weet ik niet.

Verder heeft Z. mij verklaard bereid te zijn een uniforme editie als door ons gewenscht van de complete werken van Sl. uit te geven binnen verloop van eenige jaren, met mogelijkheid van inteekening op de geheele reeks. Hij was al van plan om Schuim en Asch, dat uitverkocht is, dezen herfst te herdrukken, met Dutrou Bornier, en is bereid met de voorbereiding van die editie even te wachten tot de Sl.-commissie beslist zal hebben; zoodat deze uitgave ev. een deel kan worden van de uniforme editie.

Verder ligt het in zijn bedoeling (aangenomen, dat de overeenkomst tot stand komt), om het volgend jaar Het Verboden Rijk en Het Leven op Aarde in één deel in de reeks te laten verschijnen.

Wat de poëzie betreft: Z. verklaart zich bereid, het nagelaten werk nog dezen herfst in de reeks te publiceeren. Verder stelt hij Eldorado en Zeemansgraf, waarvan nog eenige voorraad is, ter beschikking voor hetzelfde doel, en neemt op zich, Clair Obscur en Oost-Azië van de betreffende uitgevers over te nemen. In mijn tegenwoordigheid heeft hij Heyman te Arnhem opgebeld, om hem te vragen, of hij in beginsel tot die overname bereid zou zijn, wat deze bevestigde.

Blijft de quaestie Stols, als m.i. de eenige moelijkheid, die ons van de totstandkoming van de complete editie scheidt. Z. is n.l. niet bereid de drukorder aan Stols te gunnen, omdat hij zich hiertoe, na het volgens hem onzakelijke aanbod van Stols, en ook anderszins niet verplicht voelt. Hij heeft mij echter uitdrukkelijk verklaard, dat hij drukken, èn winst van de 6 bundels <in de reeks>, die Stols uitgegeven heeft, aan Stols wil overlaten; hij is bereid over de typographische eenheid met hem te overleggen, zoodat de eenheid in de editie toch gehandhaafd blijft. Stols behoudt dan natuurlijk het recht van de 6 bundels voor ev. afzonderlijke uitgaven, voorzoover hij meent, dat dit recht hem toekomt.

Verder is Z. bereid het toezicht op de typographische verzorging van de editie over te laten aan een gedelegeerd lid van de commissie.

Ik breng deze resultaten van het onderhoud over, en zou er gaarne zoo spoedig mogelijk een vergadering over bijeengeroepen zien. (20 Maart kan ik echter onmogelijk). In verband met het verschijnen van Schuim en Asch en de poëzie ev. nog in den herfst is er haast bij!

Menno ter Braak

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie