Menno ter Braak
aan
de leden van de Slauerhoff-Commissie
Den Haag, 8 april 1939
Den Haag, 8 April 1939
Kraaienlaan 36
Aan de leden der Slauerhoff-Commissie
Ondergeteekende verzoekt U dringend aanwezig te willen zijn bij een vergadering der Slauerhoff-Commissie, Zaterdag 15 April, des n.m. half 4 in café Parkzicht te Amsterdam.
Toelichting:
Zooals bekend ligt de complete, door Lekkerkerker vastgestelde tekst der uitgegeven en onuitgegeven gedichten van Slauerhoff voor zetten gereed bij Nijgh & Van Ditmar. De heer Zijlstra heeft zich bereid verklaard deze uitgave in den herfst het licht te doen zien. Over de voorwaarden is echter een ernstig geschil ontstaan, dat dezer dagen een zeer persoonlijk karakter heeft aangenomen en waardoor het totstandkomen der uitgave in den herfst wordt bedreigd. Na een correspondentie over deze voorwaaarden tot uitgave heeft Greshoff n.l. Zijlstra in een brief, die deze mij hedenmorgen door de telefoon heeft voorgelezen, van leugens beschuldigd. Zijlstra ontkent de juistheid der beschuldigingen en beschuldigt Greshoff van leugens. Hij heeft zich, bij datzelfde telefoongesprek, bereid verklaard om in een vergadering van de Slauerfoff-Commissie met Greshoff te verschijnen en zijn standpunt te verdedigen; schriftelijke gedachtenwisseling acht hij na den brief van Gr. niet meer mogelijk. Dit geschil betreft in het bijzonder de onderhandelingen tusschen Nijgh & Van Ditmar en Stols over de belangen van beide partijen bij de uitgave.
Ik meen, dat de Commissie verplicht is thans definitief dit geschil op te lossen, en wel met grooten spoed daar anders de uitgave in den herfst (die door Zijlstra nogmaals is toegezegd) mislukken zou. Daarom heb ik het initiatief genomen tot het houden van een vergadering op Zaterdag 15 April, waar ieders aanwezigheid dringend vereischt is. Ik verzoek wel om omgaand gunstig antwoord aan mijn adres Kraaienlaan 36, Den Haag.
m.v.gr.
Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum