Menno ter Braak
aan
A.A.M. Stols (Brussel)

Rotterdam, 1 maart 1931

Rotterdam, 1 Maart '31

Amice,

Hierbij voorwoord en inhoudsopgave van ‘Man tegen Man’, om nog te zetten. Ik heb nu ook dit deel gecorrigeerd, maar houd de proeven nog even hier, tot ik proef van het stukje over ‘Maja’ en ‘Waarom ketters’ heb ontvangen. Wil je me die nog even zenden, als ze klaar zijn? Ik kan dan de pagina's even naar de juiste volgorde nummeren.

Ontving je het slotstukje voor Deel 1 nog tijdig?

h.gr.tt.

Menno ter Braak

Voorwoord

De bundel ‘Man tegen Man’ is het complement van ‘Afscheid van Domineesland’. Veel commentaar op den titel is wel overbodig. Als criterium van den inhoud gold voor mij uitsluitend de waarde van een opstel als document van zelfbevrijding. De ééne zelfbevrijding mag er gewichtiger uitzien dan de andere: aan elk van deze essays beleefde de schrijver iets van een afrekening met een ‘man’, een persoonlijkheid wel te verstaan. Dat het eenig verschil maakt, of men tracht af te rekenen met Huizinga dan wel met Van der Velde, doet in dit verband niet ter zake; afrekenen moet men, voor een flesch Bourgogne evengoed als voor een ranja met een rietje.

Boekbesprekingen en destijds in margine genoteerde polemieken zijn weggelaten, omdat herdrukken mij onnoodig voorkwam. Het polemisch karakter van den bundel vindt dus alleen zijn oorzaak in het feit der zelfbevrijding, die scherpe woorden nu eenmaal niet kan en wil omzeilen.

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie