Menno ter Braak
aan
W.C. Stolte-Hartog
Den Haag, 4 januari 1939
4 Jan. '39
Zeer geachte mevr. Stolte
Het is mij een behoefte U mijn hartelijke deelneming te betuigen met het overlijden van Uw man, op de kennisgeving waarvan mijn oog vanavond toevallig viel. Dat dit bericht mij bijzonder trof, behoef ik U wel nauwelijks te zeggen; allerlei herinneringen aan zijn persoonlijkheid kwamen boven. Want U kunt er zeker van zijn, dat ik dikwijls aan hem gedacht heb, zoowel aan zijn strengheid (die ik niet steeds begreep) als aan zijn buitengewone goedheid (die altijd den doorslag gaf). Hij was een van die menschen, die men blijft onthouden, omdat zij anders en meer zijn dan het gemiddelde.
Wilt U ook mijn deelneming in dit verlies aan H. overbrengen? Ik heb haar adres tot mijn spijt niet meer.
Als steeds, met veel dankbare herinneringen
Uw
Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum