Menno ter Braak
aan
D.A.M. Binnendijk (Zutphen)

Eibergen, 2 februari 1928

Eibergen 2 II. '28

B.D.

Als ik niet onverwacht weggetelegrafeerd wordt, blijft het dus de avondtrein-Vrijdag! (Ik ben overigens al drie maal opgebeld, wist me echter op den post omstreeks het jaar 1000 te handhaven. - Je stuk tegen Maantje las ik nog niet in ‘Het Volk’, wel een artikel van Winkler ‘Literatoren als Straatventers’, reuze reclame (S.D.A.P.ers in Eibergen bestelden het pamflet!), maar toch eigenlijk verdomd vuile Schund, ieder argument onzerzijds verzwijgend, voor de helaas aantastbare uitingen van Wichman. Toch heb ik hier iedere dag heimelijk nog lol in de zaak. Verschillende brieven bereikten me om toezending van de brochure, die ik allen maar naar Kuyle verwijs.

Er is inmiddels een stuk ‘Waarom ik Amerika afwijs’ gesproten, is bijna af, ± 11 pag. typs. Ik zend het maar onmiddellijk aan v. Wessem, kan echter niet in 2 stukken geplaatst. De naam van Broer heb ik niet genoemd, noch die van Huizinga. Stille polemiek.

Tot morgen dus

h.gr. v.h.t.h.

poot

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie