Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

Den Haag, [14 januari 1932]

Donderdag

v. Bleiswijkstraat 65

 

Beste Menno

Dat is maar tragisch afgeloopen met onze boottocht. 'k Vond het anders wel rustig, dat het weer zoo slecht was. Bepaald ‘lekker’ was ik nu niet. Ik ben eigenlijk nog niet van die beroerde griep afgeweest en was de heele week al niet zoo goed. 'k Kan me er blauw aan ergeren; anders heb ik nooit iets en net nu ik 't niet gebruiken kan, is 't mis. Je zal zien, dat ik Zondag, als 'k naar huis ga, weer ‘fit’ ben.

Als ik zoo half blijf, zal je me niet meer zien verschijnen. 'k Kan het niemand meer aandoen, om met een halfzieke juffrouw op stap te gaan. En zelf erger ik me er maar over. 'k Kom dan liever in Febr. of Maart eens een paar dagen. Dat boottochtje houd ik te goed hoor!

Er is alleen één ding, dat je me moet belooven. Je moet nooit op eenigerlei wijze, hetzij op grond van beleefdheidsvormen of op grond van andere gevoelens je ‘opofferen’ om met mij afspraken te maken of uit te gaan enz. Ik zou dat van jou niet kunnen verdragen. Ik hoop, dat je me begrijpt. Als ik naar Rotterdam ga of je hier spreek of schrijf, dan doe ik dat, omdat ik het prettig vind. Ik kan me heel best begrijpen en voorstellen, dat je er géén zin in hebt. Ook ikzelf behoud me dat recht voor (om er geen zin in te hebben).

'k Heb geen hersens om me op 't oogenblik duidelijker uit te drukken. Zoek het complex maar uit.

Het ‘Carnaval’ heb ik gekregen, ze hebben 't vanuit Zutfen op gestuurd. Zeer bedankt.

'k Heb nog steeds een binnenpretje om dat bruine jurkje in die étalage. 'k Vond het toch zoo leuk van je. 'k Begrijp best wat er achter schuilt!

'k Laat zelfs ‘Kautsky’ in de steek Zaterdagavond. Niét omdat ik door jou overtuigd ben, dat hij m’n belangstelling niet waard is. 'k Heb er alleen niets voor uitgevoerd en zie ook geen kans er nog iets voor uit te voeren, d.w.z. 'k heb er geen zin in. 't Heeft dan ook geen zin dat ik ga.

't Is hier erg genoeglijk. 'k Ben eigenlijk blij, dat ik van tante Griet bevrijd ben. (al stel ik haar zeer op prijs) Ze heeft me nog met allerlei problemen achtervolgd, maar ik heb stand gehouden en er niet tegen geageerd. 'k Heb me levend laten afmaken; ze was een veldheer gelijk.

Dag.

Hart gr.

Ant

 

'k Ga me weer wijden aan de stille Plantage. 'k Heb het nog steeds niet uit.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie