Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Scheveningen], [voor 1 maart 1933]

Lieve Menno

Reuze van je, om me even een episteltje met weederwaardigheden te sturen. 'k Was zeer verrast. 'k Heb aan je gedacht Zaterdag; 'k vond het jammer, dat ik niet mee kon. 'k Zie het tafreel voor me, mondeling moet je me nog eens meer vertellen. Van 't zomer ga je dus nog eens naar het hotel ‘de Wereld’ (‘bed en wereld’) zonder de lezing en met Antje toch zeker. Die tennisbaan met garage en het terras met centrale verwarming en stroomend water lokken mij reeds.

Amsterdam + ƒ5000 zullen we ons dus maar vast uit het hoofd zetten. Mijn voorgevoel is ook niet groot. Enfin, Rotterdam is ook best en de school is misschien wel zoo prettig.

Gisteren bracht ik mijn dag als volgt door: stond half 11 op, op m'n dooie gemak. Wandelde daarna langs de boulevard tot 1 uur. 't Was koud. Na een kopje koffie en een boterham toog ik aan de arbeid, te samen met den heer Robbers, zwamvent, kl.......

Vier uur ging ik uit om mijn tante Griet te bezoeken, alwaar iemand jarig was. Ik bood Droste flikken aan, in ruil waarvoor ik bleef eten. 't was er wel genoeglijk. Om 8 uur naar Scheveningen terug. Tot 10 uur Robbers. Nu bijna beeindigd. 'k Heb me voorgenomen het examen te doen. 'k Moet nu dus deze maand hard werken. 'k Ben nu bezig ‘mezelf’ met mezelf te bestrijden. Een strijdplan ligt klaar. 'k Word al onrustig. O.a. staat er op, dat er in de week niet meer gevrejen mag worden, alleen op week-ends, die geheel buiten het 5 weeken plan vallen. 't Is wel sportief zooiets, 'k voel me Russisch. Alleen behoef ik een Stalin, om me te drillen en te drijven. 't Zal me benieuwen, wie 't wint. 'k Moet voor 10 April 9 boeken excerpeeren. 'k Voeg dus een weinig uw hulp en assistentie in. De Heer Kan glimlacht U minzaam toe met zijn inleidende rechtspraak. 'k Dacht vanmiddag in de tram aan de advocaat Leliveld, die me zoo aardig toeknikte in de tram; voor hem een handomdraai natuurlijk. Maar voor jouw algemeene ontwikkeling is zooiets ook zeer leerzaam.

Vanmiddag ben ik van 5.15 tot kwart voor zeven onder 't mes geweest bij de tandarts. 'k Was 8 uur pas thuis, moest nog eten en was danig gammel. Heb inwendig plezier, dat ik het 5 weekenplan verlakt heb en aan Robbers ontkomen ben.

Vrijdagavond ga ik een poosje naar tante Griet. Ga je mee? 'k Heb aangekondigd, dat je gisteren misschien mee kwam. Tante Griet toonde verbazing, dat je gisteren niet mee kwam. Vreemde menschen toch, 'k begrijp er niet veel meer van. Schrijf dus even of je meewilt. 's Middags heb ik vrij; misschien kom je dan eerst hierheen. Ik kan je ook van de trein halen, zooals U belieft.

Is 't goed, dat ik Zaterdag en Zondag naar Rotterdam kom? 'k Ben benieuwd naar het aesthetische manuscript; kan ik het wel begrijpen?

Dag hoor. Tot ziens!

Van Martje goede berichten. Bert is weer op.

Dag!

je Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie