Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Scheveningen]

Wageningen, [26 februari 1933]

Wageningen, (?) Zondag 1933

 

Lieve Ant

Dadelijk vertrek ik weer naar Leiden, na enorm ontbeten te hebben. Ontbijtzalen in hotels prikkelen mijn eetlust. Het was weer een komische avond: Wageningsche intellectueelen, waaronder zelfs een professor in het melken. In de pauze een juffrouw, die aan het hoogere deed en mij verweet, dat ik in het ‘Carnaval’ de extase niet voldoende had geëerd. De prof. in het melken was het aardigst.

Gisteren in Amsterdam rondgehangen, in American gezeten als vanouds, en verder ‘de heeren’ bezocht. Ik heb geen hoop meer. De toon lijkt me niet gunstig; ongetwijfeld blijft één van den tijdelijke machten er hangen. Enfin, ik had er een prettige vrije morgen van.

Ik haalde Vrijdag den trein nog net! Hij reed binnen, toen ik het perron opkwam, na een Walkürenrit.

Het feuilleton uit mijn aesthetische dagen heb ik bij Clausen gehaald; ik zal het je dezer dagen zenden. Het is heel karakteristiek voor die mentaliteit.

Dag!

Veel liefs van

je Menno

 

N.B. Het is hier zoo goed, dat ik hier nog eens ga logeeren. Maar dan 's zomers, en zonder lezing.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie