E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Le Roselier, [8 november 1933]

Le Roselier, 8 November.

Beste Menno,

Je ‘eed’ is prachtig. Ik zeg dit ook met meer ernst dan hier misschien lijkt. Ik herhaal wat ik gisteren zei: wij zijn erg blij met je benoeming. En van de hulp ben je verzekerd!

Vergeet nu één ding niet: dat krantenwerk niets te maken heeft met je ‘betere persoonlijkheid’. Integendeel, hoe minder er in de krant van die persoonlijkheid komt, hoe integraler zij blijft elders (calenderboek, etc.).

Ik heb vandaag een berekening gemaakt wat Ducroo betreft. Ik heb nu ± 350 blzn. MS. klaar en ik vrees dat er zeker nog wel ± 300 bij moeten voor ik echt klaar ben. (Dus ± 650 blzn. MS., dus ± 500 blzn. druks.) Hoe hard ik er ook aan werk, tot Juni a.s. ben ik er minstens mee bezig. Het zal mij een genot zijn als ik er dan af ben! Die noodige geldverdienerij zit me toch erg dwars, en ook dat Bep zooveel voor mij moet doen. (Zij is nu in Parijs.) Wij gaan eind Nov. van hier weg, om uiterlijk 1 Dec. in Parijs te zijn. Nu jij kunstchef bent geworden en niet Scholte, Ritter of Top, doet het er iets minder toe en kan er desnoods een week bij, maar dat zal dan alleen zijn als ik in dien tijd net enorm in Ducroo zit. Daarna gaan we dan een tijdje op een gemeubelde kamer zitten in Parijs, daarna gaat Bep voor een dag of 10 naar Holland. Ik doe in dien tijd dan het werk in Parijs. Als het nog kan, kom ik misschien ook nog 3 of 4 dagen, maar dan meer om jou te zien dan voor de familiesfeer, dat spreekt. Daarover schrijven we wel tegen dien tijd uitvoerig!

Ik ben erg benieuwd naar je eerste artikelen, vooral over tooneel. Je hoeft jezelf natuurlijk niet geheel te verraden, maar geef niets prijs in deze branche van je bestaan van wat echt is. Bewaar dat voor andere publicaties.

Wat een verandering als jij nu èn in de V. Bl., èn in Gr. Ned. èn in Het Vaderland komt, ook voor ons literaire leven! Ik mag je nu misschien wel verraden dat er zelfs sprake van is geweest om je te vragen voor De Gids, in de plaats van Jany's oom, die aftreedt. Maar de bezwaren wogen sterker. Misschien is dit tòch geheim! Dus voor je houden.

Ik vraag je nu één ding (serieus): terwijl ik Ducroo afwerk - dus tot ± Juni 1934 - kijk jij in je nieuwe wereld uit naar een plaats voor mij, desnoods als corrector. Ook corrector bij Het Vaderland is goed, is zelfs misschien wel ‘ideaal’! Als je niets beters te doen hebt op bureau, kom je misschien dan nog eens een praatje met me maken. Ik ben bereid alles aan te nemen vanaf 150 fl. per maand. Minder zou dwaasheid zijn, want met het betrekkelijk gemakkelijke werk van nu, dat ons alle tijd laat, hebben we fl. 120, en Parijs.

Voor het geval ik je in dezen eersten tijd met een boekbespreking of zoo van dienst kan zijn, ben ik natuurlijk bereid. Je moet me dan alleen het boek opsturen; ik lees het dan gauw en stuur je je artikel ten spoedigste getypt terug. Of is dit laatste verdacht? (ze kennen ons typsel op jullie bureau.) Dan getypt naar jou (huis) en Ant kan het dan desnoods snel overtypen. Ik zeg het je maar voor het geval je de handen vol hebt; met een paar retouches van jezelf zal de ‘stijl’ wel onmiskenbaar authentiek aandoen.

Ik heb Vic nu ook weer een paar boeken opgegeven die ik bespreken wil. Ook Vues sur Napoléon, tenzij jij dat doen wilt (dat heb ik erbij gezegd).

Tot zoover voor heden. Nogmaals hoera en een ferme hand voor je ‘eed’.

Groeten aan Ant.

Je

E.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie