E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Bandoeng, 6 juni 1939
Bandoeng, 6 Juni '39.
Beste Menno,
Dank voor je brief, die net op tijd kwam om een artikel van ± 3 kolom Krit. en Opb. tegen te houden, dat ik over je geval klaar had niet alleen, maar met ± een ‘dreigbrief’ ingeleverd. Ik merkte nl. dat mijn goede Koch een beetje bang was van het stuk - dat extra scherp gesteld was, ook in verband met een vuiligheidje aan je adres, door Zentgraaff gelanceerd, dat ik aan Fred Batten (onze ‘bemiddelaar’ tot dusver) gezonden heb. Ik heb Koch gezegd: ‘plaatsen, of ik loop óók uit K. en O.’ Dat is hard voor hem, want 1o is hij een beetje bang voor Zentgraaff èn voor zijn fussoenlijke abonnés, 2o ben ik zijn grootste kracht geworden en 50% van de abonnés, vooral de Indonesiërs, lezen het blad meer en meer om mij. Hij was dan ook nogal gegriefd; en toen gisteravond het telefoontje kwam van ‘vooreerst niets plaatsen, want Ter Braak vraagt het’ zal het een opluchting voor hem zijn geweest.
Overigens is Koch fel anti-‘moreele herbewapening’, en de smeerlapperij van deze gelijkschakeling met zachtere middelen dan fascistische, die uit je heele brief spreekt, is zeer aan hem besteed. Ik heb je brief dan ook naar hem gezonden. De ploertigstomme brief van Nijgh gaat hierbij terug. Ook over deze ‘vriendjes’-historie zal ik schrijven, zoodra ik van je weet wanneer ik mijn gang kan gaan.
Ik moet je eerlijk zeggen dat ik het jammer zou vinden als de zaak gedempt worden zou, vanwege de verzoening. Eén fatsoenlijke commissaris in de margarine weegt niet op tegen het karakterlooze kanalje van het krantenbedrijf, en ik heb dit van zóó nabij leeren kennen, dat ik het bestrijden zou in den boezem van mijn eigen ‘club’, zoodra ik het daar waarnam. (Vandaar mijn ultimatum aan Koch.) Schilt en Hans zijn lapzwansen, en after all rotzakken, vergeet dat niet.
Er is maar één manier m.i. om in deze tijd goed werk te doen dat met ons geweten en onze ‘menschelijke waardigheid’ overeen te brengen is: zèlf een weekblad, krant of wat dan ook oprichten, en tot het uiterste strijden tegen fascisme en zg. moreele herbewapening tegelijk. Gezond blijven, tègen gif èn tegengif. Waarom niet? Het is moeilijk; daarom is het de moeite waard. Er zijn tòch menschen genoeg in Holland, dunkt me, om ons bij te vallen, als we 't serieus aanpakken. Jij, Vestdijk en ik in de redactie. De rest is lapwerk en compromis.
Dat Nijgh een beroerte heeft gekregen, doet me hartgrondig genoegen. Iedere oude patser die op deze wijze rebelleert tegen zijn superieuren in intelligentie en geweten, moest op deze wijze worden verlamd. Jammer dat ik Zentgraaff zoo ver nog niet kreeg, maar die is dan ook 3 × zoo bruut, taai en grof als Nijgh !(de ploertigheid zal elkaar niet veel ontloopen).
Ik ‘lig’ op het oogenblik bij een verpleegster aan den Lembangweg om op te knappen. Ik moest rust nemen van den dokter, die mij anders met allerlei ergs bedreigde. Over 10 dagen hoop ik zoo ver te zijn, dat ik weer met mijn 2e deel ind. letteren voortkan. Met 1 Juli hebben we ons huis aan de Wajanglaan opgezegd; schrijf me p/a uitgever A.C. Nix, Landraadweg 3, Bandoeng, dat is het veiligst. We kijken nu de booten na en hopen in Augustus weg te kunnen. Daarover nader.
Jammer vond ik het, dat mijn arme Muze v.J. Comp. nu door een idioot besproken moest worden in het Vaderl., nog eer je er uit was. Als ze mij die ‘vriendjes’-verwijten gemaakt hadden, zou mijn eerste volgende stuk daarover zijn gegaan, met weigering verder één regel te schrijven als ze dit artikel over ‘zuivere literatuur’ niet geplaatst hadden. Enfin, ik hèb een beroerder karakter dan jij. Heb je het ex. dat ik jou stuurde ook aan dien v.M. afgestaan? Zoo ja, dan zend ik je op eigen kosten nog een ex. Laat me dit dus weten.
Ik heb, hoewel ik me geen ‘complex’ maak, toch niet veel illuzies meer dat we niet van elkaar zouden zijn vervreemd. Allerlei symptomen wijzen daarop, en het is een bitter smaakje voor me, dat nog geen 3 jaar de vriendschap in dezen ‘staat’ konden brengen. Het is waar dat deze 3 jaar crisisjaren waren.
Houd me op de hoogte van wat er verder gebeurt, en wees er bij voorbaat van overtuigd dat ik blij zal zijn als de zaak zich voor jou schikt, ook als ik het verder ‘jammer’ vinden zou.
Hartelijke groeten 2 × 2, steeds je
E.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag