J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
[24 maart 1933]
Beste Menno,
Dat is nie serjeus, zou Jan van Nylen zeggen. Je vraagt mij om mee te werken aan de Panopticum-rubriek. Ik voldoe aan dat verlangen, wat ik stuur vind je goed en... er wordt één onnoozel peststukkie geplaatst!
Dit is dus een mislukt experiment. Stuur mij de liggende stukjes terug, vóór ze geheel verouderd zijn, opdat ik kan probeeren ze elders te gelde te maken. Jullie vergeten, dat die kopy voor mij GELD beteekent, geld waar ik van leven moet. En het is niet practisch om tien artikelen te leveren, waar er dan één van uitgezocht en geplaatst wordt. Dat begrijp je zelf toch ook wel. Het spijt mij geweldig, om verschillende redenen, ten eerste omdat het een soort werk is dat ik graag doe, ten tweede omdat het weer een afzetgebied minder is. Maar je zult zelf wel begrijpen, dat ik, met de beste wil ter wereld niet meer mee KAN werken aan Panopticum. Dat zou me geld gaan kosten!
Overigens evengoede vrienden. Ik ben niet boos, alleen maar terneergeslagen, dat mij op die manier een rubriek waar ik veel liefhebberij in had om puur practische redenen onmogelijk gemaakt wordt.
Wat is je oordeel over dat stuk van Elsschot over STIJL?
Wat nieuws? De artikelen molen maalt en niet eens langzaam. Ik ben op zoek naar een steno-dactylo om de productie op te voeren! Het kan zijn dat ik de volgenden week in Den Haag moet zijn en ik leg dan natuurlijk bij jou aan!
Met veel liefs van huis tot huis, geheel je
JAN.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum