Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Rotterdam, [1 december 1933]
R'dam, Vrijdag
Beste Jan
We komen met de Pullmann. Er is eenige kans (ik heb nog geen definitief bericht), dat ik eerst even met ‘de Vlamingen’ moet praten, maar dat zal je, hoop ik, als het doorgaat, niet beletten om te komen afhalen. Ik heb om dat onderhoud verzocht op Zaterdag, om den geheelen Zondag in ieder geval voor de vriendschap te kunnen reserveeren.
Wij verheugen ons zeer op het bezoek, al hangen die twee lezingen er dan ook bij. Sub specie aeternitatis kunnen we dan nu ‘de toestand’ nog eens bespreken en verder ons verheugen in het genot van verwantschap en wat daarmee alzoo samenhangt.
hart. en tot morgen
je M.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum