Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 26 november 1934

den Haag, 26 Nov. '34

 

Beste Jan,

Mijn verontschuldigingen in de eerste plaats, dat ik nog altijd niets van me liet hooren, na je interventie bij Boucher! Maar het is momenteel zoo idioot druk, dat ik tot geen particuliere correspondentie meer kom; ik kom altijd laat in bed, ben doorloopend slaperig en moet toch permanent schrijven. Zal overigens wel weer eens ophouden.

Maar beter laat dan nooit: hartelijk dank voor je bemoeiingen! De zaak is voor elkaar en ik zit nu alleen nog met de keuze. Daarover ben ik het nog niet met mezelf eens; want ik wil ditmaal eens streng selectief zijn en geen overbodige dingen opnemen. De bedoeling is, dat de uitgave gelijk wordt aan jouw bundel; Hein maakt een bibliographie, en er komt waarschijnlijk een houtsnede in.

Ik had beide door jou genoemde personen op bezoek: den heer Buys en Harry Domela. De laatste is voor een oplichter verre van ongeschikt, maar ik kon weinig voor hem doen dan iets beloven als hij mij dat befaamde manuscript kon toonen. - De actie voor van Campendonk wordt door Buys met energie gevoerd. Er is een request in zee, en er schijnen goede kansen te zijn.

Excuseer dus deze korte brief. Ik denk in genegenheid aan jullie en her denk met vreugde het verblijf in Brussel, evenals Ant, wees daarvan overtuigd! Maar die letterschrijverij is bij tijden een drawback voor de correspondentie.

hart. gr. 2 × 2

je Menno

 

Uitmuntend, die novelle van Arthur v. Schendel gisteren in Het Vad.! Dat is heelemaal zijn beste peil!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie