J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
Sestri Levante, 9 juli 1935
Dinsdag, 9-7-'35
Sestri-Levante
Beste Menno,
Wij hebben vandaag voor je gehuurd. Het was niet zoo heel gemakkelijk, want er bestaat dit jaar nogal wat belangstelling voor Sestri en daar er betrekkelijk weinig ruimte is, is alles vol. Een kamer in Hôtel Nettuno is niet aan te bevelen, daar de muziek dag en nacht het gansche huis doordringt. Je krijgt nu vlak erbij een keurige kamer, door Aty en Annie van Schendel te samen geïnspecteerd en helder bevonden, zeer ruim zoodat je er ook wat kunt werken als je wilt, met daarbij een even keurige bad- en waschkamer (met WC), welke je deelen moet met de kamer aan de andere zijde gelegen.1 De baas zou je zelf nog schrijven ter bevestiging. Wij meenen deze zaak zoo goed mogelijk opgeknapt te hebben en wij hopen (en vertrouwen) dat het naar je zin zal zijn en dat het verblijf je hier bevallen zal.
Zeg tegen Hein, dat ik Donderdag 11 July myn Fransche letteren verzend, welke Zondag 21 geplaatst moeten worden. Hij behoeft mij er niet meer aan te herinneren. Maar mag mij toch wel eens schrijven voor de gezelligheid. Laat hij voor dat stuk zien te krijgen een portret van de gebr. Goncourt en een van Alfred de Vigny, dan kan hij daar vast clichés van laten maken.
Ik ben nog niet over mijn afkeer van de houding van Vestdijk heen. Ik vind het een klap in het gezicht van Henny, met wie hij notabene samen een boek schrijft. Wat kameraadschap en litterair fatsoen is schijnt hij zelfs in de verste verte niet te vermoeden. Zoo'n akelige, laffe streber. Hij behoeft op mij voor niets meer te rekenen. Ik denk er niet over om voortdurend Coenen op te porren voor zoo'n rotvent en verrrader.
Met heel veel liefs voor jullie beiden ook van Aty, geheel je JAN
1)Waarschijnlijk zal dat deelen niet noodig zijn als de andere kamer niet bezet is. [handschrift Aty]
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum