Menno ter Braak
aan
J. Greshoff
Den Haag, 25 september 1936
Den Haag, 25 Sept. '36
Beste Jan
Gisterenavond zeer geboeid je stuk gelezen ‘Met Uitzicht op Zee’. Het is een alleraardigst ensemble van toch niet in corset geperste invallen met een moralistischen achtergrond, dien ik zeer kan apprecieeren, al voel ik mezelf totaal anders ingesteld op huis en hotelkamer. Het goede van dit stuk is, dat het niettemin overtuigt van jouw relatie tot die etablissementen. De heer in het Coliseum en de gravin met de bolus hebben mij (met Ant) tot tranen doen lachen; het effect is zoo onverwacht, dat het je werkelijk treft als een bliksemstraal bij helderen hemel.
Je stuk over Port. architectuur beviel mij ook best. Komt er soms een plaatje bij? Ik verbeeld mij, dat ik deze overdaad wel zie, maar een illustratie zou niet kwaad zijn.
Het boek van Fondane lijkt me byzonder belangrijk. Ik zal er uitvoerig over rapporteeren, maar heb even geduld. Eerst krijg je Diderot, en ik moet intusschen mijn boek afmaken. Het schiet nu aardig op naar het eind, maar ik word telkens afgeleid door het journaal. Het boek van Tendeloo heb ik (en ken ik) niet!
De quaestie van het correspondentschap zit me dwars. Ik zou het baantje dolgraag aan Gans gunnen, maar ik mag, als ‘dienaar van de krant’, ook de sollicitatie van Antonini niet zonder steun laten. Hij komt morgen hier, om er over te praten, en ik zal dan alles uit den treure afwegen. Natuurlijk ben ik bereid ook voor Gans te pleiten; maar ik meen, dat Bep aan Schilt een voorkeur heeft te kennen gegeven voor Gino, omdat zij ernstig van meening is, dat hij het werk beter zal doen, dus vrees ik het ergste voor hem. (Dat over Bep in strikt vertrouwen; hierover ook niets aan Gans, als hij nog bij je logeert, want het gaat alleen om zakelijke appreciatie). Tenslotte mag de vraag, wie het het meest noodig heeft, niet alleen den doorslag geven bij de beoordeeling van de geschiktheid der sollicitanten.
‘Het Pact van Faustus’ heb ik niet ter recensie ontvangen. Laat het mij zenden, het is een best onderwerp, te oordeelen naar de krantenstukken, die je me zond.
Veel hart. v.h.t.h.
je Menno
Ant en ik zijn van plan in October nog even naar Parijs te gaan voor een definitief afscheid. In dat geval zouden wij niet in Brussel komen, einde September, maar stellen ons bezoek aan deze stad liever tot midden of eind October uit. Alles is nog niet zeker overigens, want er kan iets tusschenbeide komen.
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum