J. Greshoff
aan
Menno ter Braak
Kaapstad, 28 juli 1939
Donderdag, 28 July '39 Kaapstad
Beste Menno,
Dinsdagochtend postte ik mijn laatste brief en daarna vertrokken we naar Stellenbosch afstand DenHaag-Haarlem, duur der reis 1¼ uur met overstappen; zeer slechte verbinding. Lunch bij prof. Ver Loren van Themaat. Aty kent zijn schoonzuster en wij kenden (in Arnhem) zijn zwager Laman Trip, vandaar de relatie. Hij (staatsrecht) is een ietwat stijve oude heer, die ik (hoewel er met geen woord van politiek gerept is) voor een stiekeme edelfascist houd. Zij is allerliefst, ge[nre?] mevr. Patijn, met wie ook [zxx] bevriend is. Aan de lunch zaten verder aan François Malherbe (er zijn te Stellenbosch vier proffen van die naam) van Ons Eie Boek. Een ietwat opgewonden heertje dat niet erg bij is en niet erg veel benul toonde, verder een philoloog Boreman (leerling van De Vooys), een Nederlander. Met de auto een prachtige tocht in de omgeving van Paarl (Paarlberg) gemaakt.
Diezelfder avond een lezing over mod. Nederl. poëzie te Kaapstad door een lector (Mod. Neder.lett.) Un. Kaapstad J. v.d. Merwe. Ik kan je zeggen dat een idiote nietslezer te Emmer Compascum of een achterlijke leraar in de vierde klas er 10 × meer van maakt. Beneden ieder peil. Na afloop eenig discussie met een prof hier Bosman, die met jou en Dick college bij Prinsen geloopen heeft. Herinner je je den man? Zeker niet ongeschikt en iets beter op de hoogte.
Oja, die Ver Loren van Themaat was, vóór hij hoogleraar in het Staatsrecht werd, burgemeester van Baflo. Die naam zei mij iets. Is daar niet een deel van Ant's voorgeslacht vergaderd??
Ik lees in Het Vaderland dat Thomas Mann in Nederland is. Heeft hij, toen je bij hem was, nog iets gezegd over het wangedrag van zijn handlangers ten jouwen opzichte? Ik ben zeer benieuwd dat te vernemen.
Maandag a.s. trekken we in ons huis. Ik hunker naar dat ogenblik, omdat ik hoop in mijn boeken eenig tegengif te vinden tegen het heimwee, dat mij onophoudelijk plaagt. Schrijf hier niet over, want ik wil niet dat Aty of de jongens het merken; maar tot nu toe heb ik mijn draai nog niet kunnen vinden. Het is heerlijk weer, de natuur is onvergelijkelijk, de stad aangenaam. We leven vèr van alle oorlogsgeruchten en buiten alle politiek. Kortom: het paradijs. En wanneer je morgen tegen me zei: je moet terug naar Holland ([xxx] Europa = Frankrijk) zou ik tegen het plafond springen van plezier. Voor een tijdelijk verblijf is het ideaal hier. Als ik wist, dat ik 1 Aug. 1940 terug ging zou ik met hart en ziel genieten, en als jij hier voor een halfjaar komt wonen, zal je niet weten hoe je het hebt van zaligheid. Maar ik zie altijd die zes jaar (minimum ballingstijd) voor mij. Aty bevalt het hier best.
Goddank, dat huis en tuin zoo voortreffelijk zijn. Ik lees nu reeds veel; maar zal dan nog veel meer lezen.
Ik stuurde je Die Brandwag met een stukje over je. Ibidem Die Huisgenoot met je portret.
Ze vragen me hier voor lezingen, maar ik heb tot nog toe de boot van wal gehouden.
Twee lange, bijzonder prettige brieven gekregen: van Esser en Simon. Op zulke geschriften lèèf ik een week.
Ik heb mij reizen aangevraagd en zal voor het te warm wordt Transvaal en Vrijstaat bezoeken. Dat geeft dan meteen wat afleiding. Ik kreeg heden mijn eerste zending Fr. Kranten (Marianne, Nouv lett. etc) 1 juni verzonden, dus na een reis van 58 dagen!!!!
Ik wacht nog even met expeditie ([vrijdag] avond om 12 is de uiterste termijn), misschien hoor ik nog iets, dat antwoord behoeft.
Vrijdag
Heden kreeg ik gelukkig wat Fr. tijd schriften ter opfleuring. Ik las er reeds ‘dorstig’ in! Alsook het Journal [xxxxx] en de Pleiade [x] de twee nieuwe deelen van de reeks der Mij v. Letterkunde (Drost en Langendonck).
Dit voorspelt een aangename zondag.
Met heel veel goeds en liefs van Aty en de jongens voor jullie beiden
Geheel je Jan
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum