J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Kaapstad, 15 augustus 1939

15 Aug. '39

 

Beste Menno,

Juist gisteren verzond ik mijn brief en hedenochtend kwam de jouwe van 7 Aug, waarvoor allerhartelijkste dank. Ik zal je nog even op alles wat daarin behandeld wordt antwoorden. De Kaapstad pers drijft vrijwel geheel op z.g. mondaine berichtgeving. Wanneer mevr. Du Toit (er zijn er hier duizenden met de naam) bij haar dochter in Paarl gaat logeeren staat dat uitvoerig in de krant en als zij terugkomt wéér. Uit logeer gaan heet kuieren. Mevr. Du Toit is op kuier bij haar dochter. Verder wat buitenlandsch nieuws en heel veel over de landbouw! Ik kijk deze bladen Cape Times en Cape Argus alleen maar even in: lezen kan je het niet noemen. De jongens lezen ze om der wille van hun Engelsch.

Zie hier inlichtingen betreffende adres

Greshoff - naam

La Verne - huis

Kloofnekweg - straat

Wyllie Siding[?] - wijk

Kaapstad - stad

Z.Afr - land

Tamboerskloof is ook een wijk en eerst dacht ik (ten onrechte) dat wij tot die wijk behoorden.

Wat de Pillecijn (ziet hoe blank de billen zijn van Filip de Pillecijn) betreft ben ik het niet met je eens. n.l. ik lees zulke boeken ook niet voor mijn plezier!!! Ik zal er (als ik geen litterair loondienst bedrijf) niet aan dènken zulk een werkje ter hand te nemen en ik heb een zekere mate van zelfoverwinning nodig om de lectuur er van te voltooien: maar: dat is toch geen maatstaf!!! Deze persoonlijke liefhebberij van ons is toch geen basis voor een oordeel.

Ik vind Soldaat Jan, in zijn soort, uitgaande van wat de schrijver klaarblijkelijk gewild heeft, buitengewoon geslaagd. Het is goed geschreven, boeiend (voor menschen die zulke lectuur genieten), niet bête, ‘met iets erín’.

Een vergelijking met Levy-Brühl gaat niet op!!! Dat voel je zelf wel. Ik lees ook liever de Winkler Prins (deel I en II heb ik uit) dan zoo'n roman, maar (ik herhaal:) dat is geen criterium, dus wel voor ons, maar niet voor onze lezers. Ik vind S Jan in zijn soort (ik herhaal alweer:), een méér dan behoorlijk, een goed boek.

Het taaltje is gesproken véél minder hinderlijk dan geschreven. Wanneer je beschaafde afrikaanders hoort spreken, valt het je na enige weken al bijna niet meer op. Malan praat in dat taaltje rustig en aangenaam over dingen, welke ons interesseren. Maar gedrukt kàn ik er niet aan wennen: elke zin (al staat er nog zoveel belangrijks in) krijgt een aspect van idiotie. En de 27 nieuwe gedichten van v Wijk Louw vind ik onleesbaar. Ik geloof niet, dat ik daaraan wennen zal.

Ik denk dat Bosman zich sedert zijn Amsterdamsche tijd niet meer ontwikkeld heeft: overigens een zéér geschikt en aangenaam man.

Dat gezeur over vervelend is echte Buningachtige kul. Iemand als B. vind Levy-Brühl b.v. ook vervelend. Ik vind nu Maria Lecina vervelend, en hoè! Wat is godbetert: ‘vervelend’ als litterair argument!!! Dat is niets dan de burgerman in het gevlei willen komen. De inleiding van Drost is uitstekend, helemaal niet vervelend, en het boek zelf is, wanneer men het als argument van een bepaalde geestesgesteldheid leest, ook niet zoo èrg vervelend. Ik lees het toch nog liever dan de klop op de Deur of Waarom niet?

Ik stuurde je je tweede stuk in Die Brandwag het eerste heb ik ook nog niet, in weerwil van herhaalde aanvraag. Maar dit komt! Ik ben er nu op geabonneerd en zal je je stukken altijd sturen.

Schrijf vooral over het geval Hermingard-vervelend en over die heilige angst der ‘populairen’ <niet ter verwarren met populieren> om zich wat in te spannen of zich even geweid[?] voor te doen.

Zeg Arthur, dat hij dadelijk na verschijnen van een nr. een hon. staatje aan vH.enW. zendt 2 gld per blz en 15 gld voor een kroniek ongeacht de lengte.

Ik heb 1 Aug nog niet.

Nu beste, ik moet voor Aldewereld aan het werk. Over J.A. Russel, een fraai lor!

Met heel veel liefs van gade voor gade

Geheel je: Jan

 

Ik ben nog steeds Brahman ofschoon ieder zijn best doet ons een meid te bezorgen

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie