L.P.J. Braat
aan
Menno ter Braak
Arnhem, 23 april 1928
Geachte Heer.
Persoonlijk voel ik alles voor Uw goed recht betreffende onze betaling - maar sinds gisteren zijn bij een konflikt met A'dam over de verantwoordelijkheden van de propagandavoorstelling. Ik zend Uw brief per ommegaande door naar A'dam, die moet voorloopig betalen totdat uitgemaakt is, wie in zijn recht is betreffende de verantwoordelikheid. Nogmaals, indien deze moeilijkheden niet gekomen waren, betaalden wij onmiddelik.
Hoogachtend
L. Braat
Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland