Menno ter Braak
aan
Mannus Franken
Amsterdam, 3 maart 1928
B.M.
Het is me een behoefte je ijlings mee te deelen, dat dank zij je assistentie de 8ste matinee dè succesvoorstelling is geworden! Brasier ardent ging er geweldig in; is ook een hier en daar voortreffelijk stuk film. Invitation deed het bijna nog beter; hetgeen natuurlijk mijn oordeel daarover niet wijzigt, maar me desalniettemin verheugt om je uitstekende kijk op het publiek. Men had inderdaad wat te veel abstractie geslikt hier; daarom is deze reactie net op tijd gekomen.
Ik sluit hierbij in een brief van het Ligabestuur aan Germaine Dulac, die ik je vraag aan haar te willen overhandigen, als je de inkleeding goed en tactisch lijkt. Ik weet niet, of het eventueel mogelijk zal zijn, dat zij Clergyman nog meesmokkelt; maar ander werk, desnoods fragmentarisch, is ook uitstekend. Alleen: helaas, veel kosten mag het niet! Wij komen te kort, maar gaan so wie so door. Liefst dus voor reiskosten en een kleine vergoeding voor het draaien in twee of drie afdeelingen.
De reorganisatieplannen zijn opgezet. Er zal een bureau komen onder directie van Pelster, waarvan de Liga de hoofdafnemer zal zijn, met een artistieke adviesraad uit het Ligabestuur. Als wij dit seizoen afgewerkt hebben, moet er direct aangepakt worden.
Die Brasier Ardent is iets merkwaardigs: een film, die geweldig bij een tweede visie wint.
Hart. gr., en nogmaals dank voor activiteit
tt. Menno ter Braak
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum (B 802 B1). Briefpapier Filmliga.