W.J.J. Kehlenbrink
aan
Menno ter Braak (Amsterdam)
Amsterdam, 14 november 1927
Amsterdam 14 November 1927
WelEd.Geboren Heer,
Hedenmorgen las ik in het Handelsblad dat binnenkort de derde voorstelling zal worden gegeven voor leden der Liga.
In verband hiermede veroorloof ik mij eenige opmerkingen te maken omtrent de tweede voorstelling; allicht kunnen deze opmerkingen leiden tot verbeteringen ten bate der leden.
1. | Toen ik mij op het uur, waarop gelegenheid geboden werd plaatsen te bespreken voor de voorstelling op den volgenden dag, aanmeldde aan het Centraal Theater, bleken de beste plaatsen reeds gereserveerd te zijn. Dit acht ik onbillijk. Allen leden dient gelijke kans geboden te worden en er mogen vóór de officieele plaatsbespreking geen series plaatsen door insiders worden gereserveerd. |
2. | Bij het innemen der plaatsen bleken verschillende dubbel te zijn uitgegeven. Dit geeft onnoodige verwarring en veelal onaangenaamheden. Waarom kunnen de plaatsen die niet vooraf zijn besproken, zonder meer ter beschikking worden gesteld voor de leden zonder het tijdroovende uitreiken van een genummerd biljet voor aanvang der voorstelling? Of zijn hieraan bezwaren verbonden tegenover de fiscus? |
3. | De voorstelling dient aan te vangen op het vastgestelde uur. Het een half uur te laat beginnen acht ik eene beleediging tegenover de leden die op tijd aanwezig zijn. Indien er een gewoonte van wordt gemaakt te laat te beginnen, kunt U er zeker van zijn dat het publiek bij volgende voorstellingen zeker veel te laat zal komen, wat op den duur zeer storend zal werken op den goeden gang van zaken. |
Bovenstaande punten zijn m.i. een gevolg van een gebrek in de organisatie en kunnen dus worden vermeden.
Tenslotte zou ik nog willen wijzen op het feit dat de ‘explicateur’, die waarschijnlijk heel belangrijke dingen heeft verteld, achter in de zaal onverstaanbaar was. Indien U het dus noodig acht niettegenstaande de uitvoerige uiteenzettingen in het programma een mondelinge toelichting te geven, dan zal het in het belang van de voorstelling wenschelijk zijn dat de ‘explicateur’ rekening houdt met de eischen die aan het spreken in een schouwburgzaal verbonden zijn.
Ik vertrouw dat U bovenstaande opmerkingen zult willen beschouwen zooals ze zijn bedoeld, nam. in het belang van het slagen van den opzet uwer liga, waarmede ik sympathiseer.
Hoogachtend
W.J.J. Kehlenbrink
Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland