Marcelle Géniat Pierre Frondaie, La Marche au Destin

De heer Pierre Frondaie overlegge eens met zichzelve, of hij het niet liever eens zal proberen als componist van tango's d'amour. Misschien wordt hij dan nog een man uit één stuk. Hij verstaat immers al de kunst, op alle mogelijke en onmogelijke momenten muzikale illustratie door zijn toneel heen te werken; ongetwijfeld is het dus eerlijker van de heer Frondaie, de tekst maar te verzwijgen en strijkjes-leverancier te worden. Of: misschien raakt hij nog eens uit het moeras der zwoele nonsens en gaat hij de goede eigenschappen, waarvan hij niet geheel verstoken is, eens kalmpjes-aan cultiveren. Ik heb er een zwaar hoofd in, helaas!

l'Insoumise, dat hier verleden jaar vertoond werd, (mij alleen door lezing bekend) geurt als een ‘parfum exotique’ van Parijs fabrikaat; La Marche au Destin probeert te geuren, maar het blijft bij een luchtje. Waarom moest dit spel van een arme man, die doet alsof hij rijk is en verliefd wordt op een rijke vrouw van een rijke ‘excentrique écrivain anglais’ naar Amsterdam worden gezonden? Men gist het, men weet het niet. Het is dan ook een raar stuk. Soms begint het op Molnàr te lijken, de cynische stukken vliegen er cerebraal af; maar plotseling vangt een zalige melodie achter de coulissen aan, de heer Dewalter zinkt vaardig op de knieën en dan ziet het er ernstig uit. De reis naar het noodlot wordt dan zeer melodramatisch en het eind is, dat de aanbidder deze wereld maar verlaat. ‘Il a marché à son destin comme un phalène vole à la lumière’ merkt het programma zeer ter snede op; meer dan een stakkerig

[p. 156]

vlindertje is de heer Dewalter met zijn luxe amourette op de koop toe, inderdaad niet.

Marcelle Géniat kreeg weinig kans om haar talenten te doen bewonderen; men verbaast zich nog over de oprechtheid, waarmee zij dit frivole rolletje weet te spelen en althans dit tot een waarschijnlijkheid te maken. De verliefde man werd bij Marcel Soarez met zijn sonore stem en grote gebaren een te heroïsche gestalte; als hij iets moet voorstellen, heeft hij een mondaine zwakkeling te zijn en geen beledigde profeet. Maar wie zal men bij dit allegaartje de misvatting van een rol kwalijk nemen? Georges Mauloy maakte van de schrijver een zeer aannemelijke komediefiguur.

Er liepen verder nog vele mensen op het toneel te praten. Op het programma kon men zien, waar zij hun hoeden en toiletten betrokken hadden, echter niet, wat zij eigenlijk in het stuk moesten doen. Dat blijft dus een geheimpje tussen hen en Pierre Frondaie; maar voor het programma betaalde men 50 ct. De impressario R. Karsenty staat er voorin gefotografeerd met de vermelding, dat hij deze gala-voorstellingen organiseert ‘pour la propagation de l'Art français par le théatre à travers le Monde’. Och kom, meent U dat heus?

 

1 november 1924

M.t.B.