Het recht tot staken

CAIRO. De studentenstaking duurt voort, maar de regering gelastte de studenten binnen 48 uur de studie te hervatten. (Telegraaf)

Hier schrijf ik voor U een droom van Christiaan de arbeidzame, na een week van staking. Gij allen weet wat deze staking beduidt, wijl zij aller dierbaar eigendom is.

Dit dan droomde Christiaan na zijn week van luiheid, gezeten voor zijn bureau, de linkerarm gesteund op de

[p. 159]

Kirchengeschichte Deutschlands, de rechter op het ochtendblad van de Telegraaf. Want het was de avond van de achtste dag, waarop Christiaan het ochtendblad gespeld en de Kirchengeschichte bij pag. 205 opgeslagen had, maar niet gespeld. Want de nevelen van de slaap hebben hem omwolkt en hem doen herdromen zijn stakingstijd en het ochtendblad. Aldus zag Christiaan zichzelf in de droom:

De eerste dag besloot hij na twee dagen noeste arbeid het werk te staken. Dies bracht hij morgen en middag door op het Leesmuseum en hervond hij zich des avonds in de Quelle.

De tweede dag aanvaardde hij als een Godsgeschenk; na de koffie las hij een vers en borrelde vervolgens rijkelijk; dies sliep hij des avonds.

De derde dag brak voor hem niet dan laat aan; des middags verveelde hij zich en des avonds danste hij bij James Meyer de zoon en koutte met de nette meisjes.

De vierde dag berouwde hem deze zonde; hij greep naar een boek, doch een vriend stoorde hem in dit werk en verweet hem de vorige avond; dies danste hij des avonds in de Caveau parisien en zocht min in het Vondelpark.

De vijfde dag wijdde hij het studentenleven, weshalve hij wel genoodzaakt was

de zesde dag laat in de morgen in de Oporto à 30 ct koffie te drinken en geruime tijd te slapen.

De zevende dag rustte hij en zag, dat het niet goed was.

Tot dusverre heeft Christiaan zichzelve naar waarheid herdroomd. Maar hoort, hoe hij verder zich zag:

Aan de morgen van de achtste dag wachtte hem aan het vakerig ontbijt een gezegeld schrijven, dat hij niet dan met angst verbrak. Het was jammer van het zegel, want het cachet was er met een echte Rijksdaalder ingedrukt. En hij las:

‘Wij Wilhelmina, nog steeds bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden, gelasten U door onze Minis-

[p. 160]

terraad, daar Uw staking voortduurt, de studie binnen 48 uur te hervatten. Wanneer gij Ons bevel niet gehoorzaamt, zullen wij een diender op U afsturen.’
Voor WILHELMINA:
RUYS DE BEERENBROUCK,
Minister-President.
Dit las Christiaan en hij verschrikte dusdanig, dat hij van zijn stoel afgleed en met zijn kin aan het bureau bleef hangen. En daar juist de huisbel knetterde, kon hij nog juist dromen: ‘Daar is de diender’, en ontwaken. Hem bleef slechts het simpele feit, dat de bel was overgegaan; dus begaf Christiaan, ontwaakt, zich naar de voordeur, waar hij een juist bezorgde brief in de bus vond. En hij las:
Lieve Zoon,

Wij die toch nog steeds uw liefhebbende ouders zijn, vinden het zeer bevreemdend dat gij, die met zoveel vuur de studie in de letteren begonnen zijt, nog steeds uw kandidaatsexamen niet verricht hebt. Wij wachten daarop nu al vier jaar. Daar gij nog steeds niet schijnt te werken, verzoeken wij u zo spoedig mogelijk aan de arbeid te gaan. Wanneer gij deze laatste aansporing niet gehoorzaamt, zullen wij uw studiegeld moeten inhouden.
UW VADER EN MOEDER
Moet ik U nog zeggen, dat Christiaan thans de staking heeft opgeheven?

 

8 november 1924

Murena