In antwoord op een vraag
Aan M.t.B.,
James Monroe was een veelzijdig man, en hij sprak vele historisch geworden woorden; één daarvan was de aanleiding tot je hoofd-artikel, in P.C. van 21 februari. Er is nog een ander, dat misschien niet zó bekend is, maar dat niettemin een fel licht werpt op de vlijm-scherpte van zijn intellect. Het is de uitspraak: ‘Voor wat hóórt wat’. Zó populair werd dit kernwoord, dat men nog heden ten dage in Amerika de afleiding ervan kan vinden in de namen: ‘Ford’ en ‘Watt’. Gedachtig aan dit pittige gezegde, wil ik je daarom het antwoord op je vraag, of je in de schrijver van het Amerikaanse document misschien een bondgenoot moogt zien, niet weigeren. Look here:
Wij leven op 't ogenblik onder de rook van de Paasdagen. Wie aan Pasen denkt, denkt aan het ei; wie aan het ei denkt, denkt aan Columbus; wie aan Columbus denkt, denkt aan Amerika. Deze associatie van ge-
dachten heeft mij mijn Paasfeest-vreugde altijd vergald. De truc met het eitje was aardig, maar de aardigheid ervan bedierf Columbus door die éne misdaad: de ontdekking van Amerika. Een misdaad die al het water van de ‘Jordaan’ niet kan uitwissen. Daarom heeft het mij tot grote blijdschap gestemd, toen dezer dagen definitief bleek, dat Columbus aan die misdaad onschuldig is geweest. Het is een verheugend vooruitzicht, de a.s. Paasdagen te kunnen vieren zonder die bittere bijgedachte. Je zult dit met mij eens wezen en je kunt hieruit zelf het antwoord op je vraag concluderen. Ten overvloede nog dit: Friesland en Groningen worden door Hollanders vaak in één adem genoemd: 't is voor hen 't zelfde, of je een Fries of een Groninger bent. Ik maak me daar altijd woest over. Want als ik een Groninger was, dan had mijn wieg misschien gestaan aan de oevers van de ‘Dollard’. En deze gedachte zou me ondraaglijk zijn.
Je andere vraag, mijn naam te mogen weten, kan hier onbeantwoord blijven, omdat je die al weet. Hoe je van die wetenschap gebruik wilt maken, laat ik jou liever over.
Met christelijke groeten,
Yours ‘Masston’
21 maart 1925