Theatre de la Porte St. Martin
Henry Kistemaeckers, L'Amour
Liever dan over de heer Kistemaeckers te spreken, wil ik nog eens de vraag stellen: ‘Welke reden van bestaan heeft een tournée van een dergelijke franse troep met een dergelijk stuk?’ Het is bijna een proclamatie vol openlijke minachting aan het hollandse toneel en het hollandse publiek, deze reeks middelmatige of slechte voorstellingen, waarvan L'Amour de minste nog niet is. Weet men in Frankrijk dan niet, dat wij regisseurs als Royaards, Verkade, Van Dalsum hebben; dat Amsterdam als toneelstad een zekere naam heeft? Weet men daar dan niet (om bij de heer Kistemaeckers, door René Lalou terecht als een handig fabrikant getypeerd, te blijven), dat society-stukjes als L'Amour door de spelers van het vroegere Comoedia veel stijlvoller zouden worden gegeven? De vergelijking der hollandse en franse opvattingen van Géraldy's Aimer bewees vroeger al de meerderheid van het Centraal-Theater, dat wij nog steeds in droefenis gedenken.
Daarom: al was de heer Kistemaeckers met zijn vlak en vlot-sentimenteel, ondiep-psychologisch idylletje niet eens verwerpelijk, al was hier zelfs wel beschaafd spel te zien, het Théâtre de la Porte St. Martin bewijst niets voor de superioriteit der parijsche toneelspeelkunst. Een bekoorlijk ingénuetje als Andrée Pascal wordt door Annie van Ees geslagen; een correct schilder van een ‘Schaap’achtig landschapje hunkert waarachtig niet naar de vertolking van M. Damorès. En, o opperste teleurstelling: mijn gegronde hoop, dat de gestolde zeeën, de textielgrastapijten en struiken-in-pot althans uit Amsterdam zouden stammen, werd vernietigd door de wrede opmerking aan de voet van het programma: ‘Mise en scène conforme aux représentations à Paris’. Dit deed de deur dicht.
16 mei 1925
M.t.B.