[p. 274]

Vereenigd Toneel
Maxim Gorki, Nachtasyl

Alle factoren, die een drama maken, ontbreken. Er is geen gang, er is slechts een onophoudelijk en stormachtig bewegen van donkere levens, dreigend en bedreigd, gelaten en morrend, wreed en teder in onberekenbare afwisseling. Er is een zwak geaccentueerde reeks van gebeurtenissen, die groepen verward bijeenzijn van mensen nauwelijks samenbindt. Er zijn geen hoofdfiguren; alle uitgestotenen treden beurtelings naar voren uit de hoop met hun schrijnende ervaringen, hun verbeten begeerten.

Alle leven is samengegolfd in de poel van het asiel..... stervende kreten van hulpelozen, van depravé's, van verongelukten, tot één aanhoudende klacht van mensenleed vergroeid, vormen de trieste kakofonie van dit milieu, waaruit de bekentenissen plotseling opkomen, gelokt door een onwezenlijk uitzicht, maar weer gesmoord worden tussen de grijpende muren, die geen leven loslaten. Iedere getrapte is een tragedie, volmaakt in zichzelf. Geen ziel blijft verborgen. Beurtelings biechten zij hun ellende en storten terug in de verdoemenis. Zo worden de vele kleine tragedies tot een ontzaglijk drama, dat theoretisch geen drama mag heten; maar dit eentonig deinen is ontzettender dan een zich voortbewegende ‘dramatische’ stroom.

Wat deze plaats van jammer van zoveel anderen uit de europese litteratuur onderscheidt is de wonderlijke ‘russische’ ziel; een afgesleten term, die echter een complex van waarden is gaan vertegenwoordigen en daarom bruikbaar is. De snelle overgangen van verstomptheid naar uitbundige hoop; het geheel ineenvloeien van ‘goed’ en ‘kwaad’ in ‘menselijkheid’; de vulkanische uitbarstingen naast de lyrische ontroeringen; de kalme spot dwars door de pathetische verrukking, zij maken deze mensen zó tot anderen dan wij, dat wij huiverend de werkelijkheid van de veelbesproken ‘russische ziel’ ondergaan en de strijdvra-

[p. 275]

gen over de aard dier werkelijkheid uitstellen tot analytischer uren.

De mensen, als dramatische eenheden, in een ondramatisch verband te doen leven..... ziedaar Gorki's kunst in Nachtasyl.

 

Verbindende sfeer eist Nachtasyl in de eerste plaats, De individuen moeten onder de hen verbindende jammer gezien worden; zij zijn één grote familie van ellende. En hierin faalde de opvoering van het Vereenigd Tooneel, dat juist de tafrelen der gezamenlijke ellende zwak waren geregisseerd. Deze fout kwam vooral hinderlijk uit bij het roerige slot van het derde bedrijf, dat een panische ontsteldheid moet suggereren, maar het niet verder bracht dan een luidruchtige verzameling duels. Massaregie (in casu regie van betrekkelijk kleine groepen) is, zoals dikwijls bleek, niet de gelukkige kant van Verkade's talent (ik waag de veronderstelling, dat hij de, ongenoemde, regisseur is). In dit opzicht is hier een belangrijk tekort; het asiel was uiteengerukt. Evenmin was het decor de sfeer dienstig; in plaats van een gedurf expressionisme, dat hier volkomen op zijn plaats zou zijn geweest, een vrij tam hok als te gewone bergplaats voor dit zwervende volk.

Zodra het individu zijn recht mocht laten gelden, vonden wij echter weer de knappe spelers: Willem Hunsche als een uitstekend getypeerde spotachtige asielverhuurder, van Dalsum als verzopen dichter, Hans van Meerten als een, ondanks Kloppers-imitatie, geniale ‘baron’, Chapelle, als mutsenmaker, sober en goed. De grijsaard Louka werd in handen van Frits van Dijk te bloemzoet; er moet uit deze fijne middelaarsfiguur oneindig meer te halen zijn. Evenzo is dit prachtige stuk als geheel, een indringender aandacht waard, dan het Vereenigd Tooneel er aan besteedde.

 

16 mei 1925

M.t.B.