Briefwisseling Menno ter Braak - Johan de Molenaar
Johan de Molenaar
aan
Menno ter Braak
Bussum, 21 januari 1933
Bussum, 21 Jan. 1933
Hooggeachte Heer,
Hiermede ben ik zoo vrij U met dit epistel plus bijlage lastig te vallen. Ter motivering moge het volgend dienen:
Zooals U wellicht weet, werd in ‘De Stem’ een paar maal een kleine reeks verzen gepubliceerd door Theun de Vries, onder den titel ‘Kleine Galerij’. Hierin werden verschillende componisten gekarakteriseerd, waaraan ik mij (als musicus) nogal geërgerd heb. Het waren nogal vrije (ik meen: flodderige) verzen en hetgeen als ‘inhoud’ over de componisten te berde gebracht werd was kennelijk hetgeen een liefhebber (dichterlijk aangelegd) erin hoort; eruit haalt of, erin weet te leggen: - Ik liep al lang rond met het idee daar iets tegen te doen, totdat ik, voor mijzelf toch nog onverwacht, in een paar uur tijds bijgaande versjes schreef, waarin 55 componisten een ‘beurt’ krijgen - Ik weet niet in hoeverre U op muzikaal terrein is georiënteerd; doch hetgeen over persoon, levensloop en werk der componisten gezegd wordt is volkomen in orde (smaak blijft natuurlijk persoonlijk) - Ik zou met Hugo Wolf willen zeggen (ik ben mij het hoogmoedige van dit citaat wèl bewust): ‘Da können Sie Gift darauf nehmen, dass bei mir alles richtig ist’.
In tegenstelling met de poëtisch omschrijvende, slecht gelijkende portretten van Th. de Vries heb ik de vorm zoo strak mogelijk gehouden. Er is mij ook al verweten, dat ik er een soort ‘démasqué’ van heb gemaakt! Het is echter de neerslag van een groot aantal jaren ‘leven’ met muziek en componisten. (Als pianist trad ik de afgeloopen jaren op o.a. veel als solist met orkest, in samenwerking met Evert Cornelis e.a. Verzen publiceerde ik in Groot Nederland, Elsevier, Nieuwe Gids en Helikon.-
Mijn eerste opwelling was: dat stuur ik naar ‘Forum’. De Heer A. Roland Holst, die het bij een vriend van mij las, zei ook dadelijk dat ik het aan U moest zenden. Ik heb dan ook mijn aanvankelijke bedenking dat het misschien te specifiek muzikaal is, laten varen en stuur U hiermede dan dit geschrift, in de hoop dat het inderdaad iets voor Uw tijdschrift is. De lezerskring van Forum zal, dunkt mij, wel voldoende ‘algemeen ontwikkeld’ zijn om er iets aan te hebben.
Wat de schimpscheut op Rudolf Mengelberg betreft wilde ik nog even opmerken (niet om mij achter hem te verschuilen, doch om hem de eer te geven die hem toekomt) dat de eerste 2 regels bijna woordelijk zijn hetgeen Mathijs Vermeulen in een critiek van eenige jaren over dezen componist schreef en dat mij (zeker omdat het zoo zeldzaam juist was) bijgebleven is.
Indien U het prefereert (altijd tenminste wanneer er een plaatsje in ‘Forum’ voor gemaakt kan worden) om alleen een selectie op te nemen of een opname over een paar afleveringen te verdeelen, zal ik dat gaarne vernemen. Ik ben vrijwel iedere week een dag in Rotterdam en ben gaarne bereid, indien U het wenschelijk mocht vinden, even over een en ander met U te spreken.-
Ik hoop zeer dat ik U met dit breedvoerig schrijven niet al te veel lastig val en met mijn inzending niet te opdringerig ben.
Gaarne eenig antwoord van U tegemoetziend heb ik de eer te zijn, met de meeste hoogachting
Uw dw.
Johan de Molenaar
P.S. Indien U tegen de titel bezwaar heeft daar U al een rubriek: ‘Panopticum’ heeft, is er natuurlijk wel iets anders te bedenken.
Mijn adres is:
Jac. Verhoeflaan 26
Bussum
Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum