Elisabeth de Roos
aan
Menno ter Braak

Bandoeng, 17 oktober 1938

Bandoeng, 17-X-'38

Beste Menno,

Eddy zond je, geloof ik, zijn stuk over Zentgraaff's Atjeh. Ziehier de reactie van den stier, die overigens getrouw blijft aan zijn methode om Kritiek en Opbouw (waarin E's stuk verscheen) dood te zwijgen, en ook vooral niet te laten merken dat hij geprikt is. De engeltjes hebben hem het moreele aandriftje voor dit stuk ingegeven. Erbij komt dat Sluipend Gif onlangs door Hugo Samkalden is afgekraakt in 't Bat. Nieuwsblad, en dat Hugo, Z.'s toorn opgewekt hebbende door een sneer over Z's creatie, de Vaderlandsche Club, tegenwoordig het doelwit is van Z.'s antisemietische campagne. Ik weet niet of Eddy je die stukken over Samkalden opzond: ze zaten vol met ‘subtiliteiten’ over askenasiers en sefardiers, en Tel-Aviv en de on-nationale geesten. De feitelijke onjuistheden in het onderhavige stuk springen je natuurlijk in het oog.

En ziedaar nu, de bakkelei-partij waar Eddy twee jaar lang naar uitgekeken heeft, zou kunnen beginnen en Eddy is buiten gevecht. Er is geen sprake van dat ik hem er nu van zou kunnen vertellen: ik ben zeker dat de machtelooze zwakte van Z.'s polemisch talent (die jou toch ook wel zal opvallen, maar geloof me dat deze man voor onoverwinnelijk en een groot stylist doorgaat, ook in beschaafde kringen en niet alleen onder zijn partijgenooten maar ook bij zijn vijanden!!) hem zou laten lachen, maar zijn hersens zouden natuurlijk onmiddellijk aan 't werk gaan, en dat is veel te vermoeiend. Ik ben er overigens van overtuigd dat Z. weet dat Eddy ziek is; het bericht daarvan was Vrijdag in Batavia, de stad van de vliegende nieuwtjes.

Ik ben nu erg benieuwd of eén van onze [vriendjes] hier een voorloopige [houw] in Z.'s richting zal geven, eraan toevoegend qu'il ne perdra rien pour attendre. Je weet niet hoe bang iedereen hier is en hoe gebonden: een ambtenaar van de Alg. Secretarie b.v. mag niet in een onderteekend stuk met Z. polemiseeren, want de Secr. moet in een sfeer van waardige rust [liggen]. De vechtersqualiteiten van Rittman, ken je: nihil. Bovendien gaat hij Woensdag met verlof en zijn vervanger zal nog wel minder durven doen. Dat is de pest ueberhaupt; geen blad zal E. volkomen carte blanche geven, tenzij misschien Kritiek en Opbouw zelf, dat niemand leest, tenzij Eddy er zoo'n rel van maakt dat de menschen de losse nummers gaan koopen! Overigens is het ook mogelijk dat Z.'s stuk, behalve uit rancune, mede met de bedoeling geschreven is om dat nieuwe tijdschrift, waarvoor 't kapitaal nog bijeengebracht worden moet, van te voren ‘onmogelijk’ te maken. Uit deze klèièine diplomatieke zetjes bestaat de ind. samenleving - als ten tijde van Huet.

Koets, de classicus, bood onmiddellijk aan een ingezonden stukje met hatelijkheden in het Bat. Nieuwsbl. te zetten, maar bij nader inzien gelooven wij beiden dat het hierom verkeerd is, omdat dat niet kan zonder Eddy's ziekte te vermelden, en dat, zoo al niet door de ploerten, dan nog door de stommelingen kan worden uitgelegd als gevoels-chantage... Hij moet dan in godsnaam eerst maar denken dat hij geen tegenstanders heeft: hij zal later, hoop ik, wel anders merken. Wat vind jij? Je in Eddy's standpunt indenkend?

Iets anders zou zijn dat iemand op zijn eigen verantwoording reageerde, maar dat moet ik maar afwachten.

Nu vraag ik me af, of jij je tot een artikel of kroniek geneigd voelt, dit lezende. Beschouw dit niet als een verkapt verzoek of aandringen: ik weet niet in hoeverre zooiets ‘natuurlijk’ aan te brengen is in een Holl. krant. Maar als het je iets suggereert - en dan, lijkt mij, buiten Eddy's persoonlijke omstandigheden om - als aanleiding tot een meditatie, die nog vernietigend genoeg kan zijn, gebruik het dan, en je kunt er bijna zeker van zijn dat de kranten het hier overnemen, verrukt Zentgraaff een hak te kunnen zetten op jouw verantwoording. Laat je mij in elk geval iets hooren? Het is overigens een kleine spontane typeering van de relativiteit van onze vriendschappen hier, dat ik neiging voel om me tot jou - op tien dagen afstand - te wenden hiermee, in plaats van te telefoneeren met wie hier in de buurt zijn. Waarmee ik - in ernst- toch ook weer niemand wil onderschatten. Maar zoo is het. Onze reactie op Berchtesgaden was precies als die van jullie.

Eddy's toestand is hetzelfde ongeveer, dan wat meer koorts, dan wat minder; de dokter stelt me gerust; hijzelf voelt zich beroerd en zwak. Hij heeft vandaag met plezier jullie kiekjes bekeken.

Veel liefs voor Ant, een hand in haast,

Bep

Origineel: particuliere collectie

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie